Op de foto hiernaast staat Hans P., rechts, op de rug genomen. Hij ontving ons afgelopen zomer in zijn elke verbeelding tartende nieuwe boekhandel Selexyz Dominicanen in Maastricht. De pluizenbol geheel links ben ik. Elise de B. maakte de foto. Zo trots als hij was. Aan de muur hangen de foto's van de megaverbouwing van de kerk.
Ik was verontwaardigd. Iemand die echt veel voor zijn bedrijf gedaan heeft en er spraakmakende dingen heeft neergezet wordt er bij een reorganisatieplan rucksichtslos uit gegooid. Hij past niet in het dit jaar ontworpen organigram. Elk jaar zijn organigram.
Ik heb een beroep waarin ik iedereen mag bellen, wat dat betreft alleen al erg leuk werk. Dus ik bel Matthijs. Die rommelt wat op zijn bureau en leest me dan de Personeelsmededeling voor. 'Toe Matthijs', zeg ik, 'laten we een gesprek voeren. Hoe kun je Hans er nu uitgooien!' 'Je bent geschokt', stelt hij verbaasd vast. 'Ja, inderdaad, ik ben geschokt en ik heb ook even geen vragen. Behalve dan: Hoe kún je'. 'Het is allemaal niet zo schokkend', zegt Matthijs, 'we hadden het in augustus al aangekondigd. Iedereen kon uitrekenen wat er ging gebeuren.'
'Natuurlijk ben ik teleurgesteld', zegt Hans. 'Ik had wel door willen gaan. Het is een fantastisch bedrijf en ik had er wel aan mee willen bouwen. Maar ditmaal heb ík de orkaan niet doorstaan.'
We zijn jaren geleden een keer samen naar Duitsland geweest. Jeroen en ik hadden een excursie naar de Mayersche in Aken en Gondrom in Kaiserslautern bedacht, met Hans als reisleider. We deden een kennismakingsrondje vooraf. Onderweg bleken we gedrieen een voorliefde voor de Griekse zangeres Haris Alexiou te delen. Hans kwam er vandaag in het telefoongesprek op terug. 'Drie jaar geleden heb ik je een kopie van die cd beloofd, zei hij, en elke keer als ik hem draai denk ik er aan.'
Bij de vorige grote reorganisatie - jaren geleden alweer - ben ik Donner in Rotterdam ingelopen en heb ik met diverse medewerkers gepraat. Woedend waren ze op de hoofddirectie. We waren een half jaar enorm gebrouilleerd. Ik herinner me nog dat Matthijs en Hans samen op hoge poten op de redactie langskwamen om alle incidenten waar ze woedend over waren te door te nemen. Na twee van de zeven incidenten behandeld te hebben zei ik: 'Laat de rest maar, ik snap jullie punt. Volgens mij kunnen we beter vrienden worden.'
Raar beroep, dat van journalist. De kunst van het vrienden worden en afstand bewaren.
Ik was verontwaardigd. Iemand die echt veel voor zijn bedrijf gedaan heeft en er spraakmakende dingen heeft neergezet wordt er bij een reorganisatieplan rucksichtslos uit gegooid. Hij past niet in het dit jaar ontworpen organigram. Elk jaar zijn organigram.
Ik heb een beroep waarin ik iedereen mag bellen, wat dat betreft alleen al erg leuk werk. Dus ik bel Matthijs. Die rommelt wat op zijn bureau en leest me dan de Personeelsmededeling voor. 'Toe Matthijs', zeg ik, 'laten we een gesprek voeren. Hoe kun je Hans er nu uitgooien!' 'Je bent geschokt', stelt hij verbaasd vast. 'Ja, inderdaad, ik ben geschokt en ik heb ook even geen vragen. Behalve dan: Hoe kún je'. 'Het is allemaal niet zo schokkend', zegt Matthijs, 'we hadden het in augustus al aangekondigd. Iedereen kon uitrekenen wat er ging gebeuren.'
'Natuurlijk ben ik teleurgesteld', zegt Hans. 'Ik had wel door willen gaan. Het is een fantastisch bedrijf en ik had er wel aan mee willen bouwen. Maar ditmaal heb ík de orkaan niet doorstaan.'
We zijn jaren geleden een keer samen naar Duitsland geweest. Jeroen en ik hadden een excursie naar de Mayersche in Aken en Gondrom in Kaiserslautern bedacht, met Hans als reisleider. We deden een kennismakingsrondje vooraf. Onderweg bleken we gedrieen een voorliefde voor de Griekse zangeres Haris Alexiou te delen. Hans kwam er vandaag in het telefoongesprek op terug. 'Drie jaar geleden heb ik je een kopie van die cd beloofd, zei hij, en elke keer als ik hem draai denk ik er aan.'
Bij de vorige grote reorganisatie - jaren geleden alweer - ben ik Donner in Rotterdam ingelopen en heb ik met diverse medewerkers gepraat. Woedend waren ze op de hoofddirectie. We waren een half jaar enorm gebrouilleerd. Ik herinner me nog dat Matthijs en Hans samen op hoge poten op de redactie langskwamen om alle incidenten waar ze woedend over waren te door te nemen. Na twee van de zeven incidenten behandeld te hebben zei ik: 'Laat de rest maar, ik snap jullie punt. Volgens mij kunnen we beter vrienden worden.'
Raar beroep, dat van journalist. De kunst van het vrienden worden en afstand bewaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten