- Mag ik even sparren, vraagt Broerlief.
- Graag, zeg ik. Ik wil weg.
- Waar ben je dan?
- Dat weet ik niet. Ik heb uitzicht op een spoor, maar waar ik ben? Ik ben het spoor bijster.
- Over dat sparren. Doen we het Bourgondisch Buffet van vorig jaar? Of wat anders? Ze hebben drie mogelijkheden. Maar ik gooi de vraag liever niet meer in de groep.
- Wat hebben ze dan?
- Ze hebben Bourgondisch Buffet, Wereldtapas en een Stamppot-buffet. Dat laatste past wel leuk bij het concept van het schaatsen, misschien.
- Het klinkt wel camp, maar wat krijgen we dan? Vijf soorten stamppot met vijf soorten worst? Bah! Wereldtapas is wel leuk, maar daar zitten kruiden in. Dat lusten de kinderen niet. Wat moeten die dan? Patat met appelmoes?
- Het is wel Emmense tapas.
- Des te erger. Vorig jaar hadden we dit vraagstuk ook, toen hebben we voor Bourgondisch Buffet gekozen. Er was bij dat buffet veel keus. Adri vond de vis zo lekker. En dan doen we nu wèl ijs toe. Dat hadden we vorig jaar eerst niet, want het werd ineens te duur. Maar achteraf bleek iedereen er toch heel gelukkig van te worden.
- Maar ik wil voorkomen dat iedereen denkt: het is net als vorig jaar.
- Wat geeft dat nou? Dat denken we toch elk jaar? Je kunt ook denken: dat is de kracht ervan.
- Gewoon alles precies hetzelfde dan maar?
- Lijkt me een heel goed concept.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten