zaterdag 16 maart 2013

Pater van Kilsdonk

Pater Van Kilsdonk heeft zijn memoires op laten tekenen door Alex Verburg. 't Boek heb ik afgelopen zondag gekocht bij boekhandel Van Pampus, die het op de toonbank had liggen. Het is een meenemertje blijkbaar, niet alleen voor mij, maar voor vele Amsterdamse klanten.

Ik herinner mij Pater van Kilsdonk uit het uitgaansleven in de jaren tachtig. Overal zag je die beetje wonderlijke ontzettend vriendelijk ogende oude man opduiken, vaak diep in de nacht. Ik heb nooit met hem gepraat, ik vertrouwde geen gelovige en wist al helemaal niets van paters en katholieken. Van Kilsdonk overleed in 2008. Twee weken geleden zijn zijn memoires verschenen.

Echt een mooi boek is het. 60 uur heeft Van Kilsdonk met Verburg gepraat, die er vervolgens vijf jaar over deed om het levensverhaal op te tekenen. Maar het is ook vijf jaar na zijn verscheiden zeer de moeite waard om te lezen over deze vriendelijke Brabo, Jezuïet, vrijdenker, die in Amsterdam werd gestationeerd als studentenpastor. Nu ik al enige jaren wat rondloop in de periferie van die kerk, vooral vanwege de mooie kerken, de mooie muziek, de sgeer, de rituelen, de contemplatie in de kloosters, is zo'n levensverhaal wat beter te vatten. Hij is een soort ongelovige die in de kerk is gebleven, omdat hij zich er thuis voelde.

Zo'n levensverhaal, heel mooi om te lezen. Opgegroeid in het dorp Oijen aan de Maas waar ik laatstleden Oud & Nieuw vierde, maar dit terzijde.

Van Kilsdonk was - als lid van de Jezuïetenorde voorbestemd om docent te worden in de theologie en filosofie, maar hij zag er vanaf na conflicten in de jaren zestig met de kerk van Rome en met zijn orde: 'Ik voelde mij gecensureerd en dit zou mij geen levensvreugde brengen'. Toen koos hij met overgave voor zijn andere roeping, die van het pastoraat aan studenten. Niet om ze bekeren: 'Ik ben machteloos maar ook afkerig om verkondigend over God te spreken'. De mensen die hij in het nachtleven sprak schreef hij de volgende dag een brief.

Mooi hoe hij in dit boek beschrijft dat hij religieus wilde zijn. Hoewel Jezuïet en theologisch bijzonder goed onderlegd wilde hij op nederige wijze de mensen vooral een luisterend oor bieden. De gesprekken niet met theologische inzichten of bijbelteksten larderen, maar er zijn en een luisterend oor bieden. Hij was een vrijdenker, maar te gehecht aan zijn katholieke Umfeld en de rijke rituelen om er afscheid van te nemen. Als vrijdenker kwam hij in conflict met het gezag uit Rome en werd hij een tijdje afgezet, maar ook weer aangenomen.

Scherp is hij over mede-Jezuïeten Huub Oosterhuis (die hij een dominante autoritair karakter vindt hebben) en Antoine Bodar (die hij een mediageile ijdeltuit vindt). Zo staat het er vast niet letterlijk, ik zal de letterlijke tekst erbij zoeken.

Hij heeft veel betekend voor homo's, lesbo's en aidspatiënten. Voor hem waren homoseksuelen een menselijke variant die ook door God geschapen was. Met die visie bemoedigde hij vele homo's en hun ouders.

Geen opmerkingen: