Zondag. Niet dat ik het besef heb, want voor een toerist zijn alle dagen een beetje hetzelfde. We slapen enorm uit en tegen de tijd van ons ontbijt, elf uur, is het al zo heet dat ik weer naar binnen ga, deuren dicht, airco aan. Lekker liggen lezen. Jezelf dat gunnen, dat je in de mooist denkbare omgeving bent en dat je op een kamertje gaat liggen met de gordijnen dicht.
Bobby leest in zijn Gorki, ik lees Thomas Verbogt: Als de winter voorbij is. Al bij de eerste zin weet ik: dit boek heb ik twee jaar geleden ook al gelezen, maar ik had het in de Dwarsligger-editie niet herkend. Mooi boek was/is het, ook bij herlezing. Mannelijke ik-persoon van ongeveer mijn leeftijd kijkt terug op de belangrijkste mensen in zijn leven. Mensen die hem ontvielen. Van zijn eerste pleegzusje tot zijn ouders en diverse geliefden, vrienden en vriendinnen. Mooi slalomt hij door de ontmoetingen en herinneringen heen. Hij was een eenzelvig king, erg op zichzelf, en is dat eigenlijk altijd gebleven.
Het gaat niet om de werkelijkheid, het gaat om de waarheid, is een waarheid die een paar keer herhaald wordt. Het nodigt uit om hetzelfde te doen. Wie waren de significante mensen in je leven? Waardoor? Wat betekenden ze?