De ergotherapeute meet me een spalk aan. Dat zou beter zijn dan het ‘kousje’ dat de gipsmeesteres me vorige week gaf, dat de vochtophopingen in mijn hand, vingers en pols een beetje afknelt. Dat vocht veroorzaakt de pijn, zeggen ze, want zeker in de hand is er simpelweg geen plaats voor de vocht. Maar het is beter als mijn lichaam zelf dat vocht wegwerkt.Dus daarvoor veel oefeningen. Maar ter bescherming - ar ik steeds behoefte aan heb krijg ik een spalk. Voor op straat en in de bus.
Ze vindt dat ik heel gelukkig ben gevallen. Het had véél erger kunnen zijn. Dat is ook een opvatting.
Interessant om naar de verschillende disciplines te luisteren. Iedereen kan alleen zijn eigen kunstje. De chirurg kan besluiten of er geopereerd moet worden en kan dat doen. De gipsmeester kan gipsen. De fysiotherapeut kan oefeningen geven en de ergotherapeut helpt de patiënt dingen draaglijker en doenlijker te maken. Bijvoorbeeld met zo’n spalk. En ze kunnen allemaal hun eigen kunstje, en weten weinig over de kunstjes van de aanpalende disciplines.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten