Naar Nichtje en haar Bébé’s in Oosterbeek. ‘Ze zijn zo gegroeid, je herkent ze niet terug!’ Had ze gezegd. Vanwege mijn arm/pols en de naweeën ka ik helaas niet babysitten, maar op bezoek kan nu wel. Met de bolide is het naar Oosterbeek 50 minuten, met bus-trein-bus duurt de reis anderhalf uur. Hoe erg is erg? Er gaat een bus 51 van Arnhem naar Wageningen en die stopt al na tien minuten vrijwel voor hun deur. OV-reizen buiten de spits valt alleszins mee.
Nichtje die van beroep arts is op de Eerste Hulp van een ziekenhuis heeft vaak met patiënten met gebroken armen te maken. Vol verbazing kijkt ze echter naar mijn arm en hoort ze mijn verhalen aan. Ze heeft geen idee. ‘Wij zeggen tegen de mensen als het gips eraf gaat: over drie maanden is het hopelijk over’, maar over het genezingsproces heeft ze geen idee. Die dikke stijve scheve hand en pols, de fysio, de pijn. Misschien heb ik met deze breuk wel extra pech, want bij een eerdere polsbreuk ging het makkelijker, maar toch.
Wel heeft ze nog een tip. Voor vrouwen die voorbij de menopauze zijn lijkt gedurende drie maanden hoge dosering vitamine C-pillen slikken een heilzame werking op het genezingsproces. Op de wondvochtsoep. Het is een bevinding, er is geen echte verklaring voor. Baat het niet, schaadt ook niet.
Terug in de trein Google ik het en kom ik er inderdaad artikelen over tegen. Ter voorkoming van posttraumatische spierdystrofie. Wat dat nou weer moge wezen. Maar het klinkt wel heel erg. Dus bij de Etos op het station koop ik maar gauw een pot Vitamine C.
Over polsbreuken en vitamine c:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten