Het meisje van het UWV dat mij mag monitoren belt. Hoe of het is. Ze is het met mij eens dat ik nog niet kan werken en gaat de casus nu teruggeven aan haar baas. Ze mocht me zes weken monitoren en die zijn nu voorbij. Ik hoor wel hoe het verder gaat en of een bedrijfsarts me wil zien.
Vanwege het uren wachten op dat telefoontje kan ik niet naar de fysio. Dat wordt morgen.
De mensen leven met mij mee. K. meent dat ik aan de fysio om lymfedrainage moet vragen want een vriendin van haar had zoveel aan lymfedrainage gehad. Ze appt al drie keer: wat vindt je fysio nou van lymfedrainage? Het is heel lief maar ook een beetje dwingend. Ik zie de fysio maar een kwartier en dan wil hij weten hoe het gaat, of ik mijn oefeningen trouw doe, of ik leuke dingen doe, hij gaat met mij buigen en rekken, auau, ik vraag waarom het gaat zoals het gaat, en voor je het weet is het kwartier voorbij.
Om dan ook nog prangende kwesties van vriendinnen en zussen mee te nemen ... Want ik denk dat lymfevocht iets anders is dan wondvocht. En het duurt 3 tot 8 máánden voor het weer goed is. We zitten nu op 8 wéken.
Een buurtbewoonster zegt: ‘Heb je nu al weer wat aan je arm?’ ‘Het is nog steeds dezelfde arm. Genezen van een gebroken pols duurt 3 tot 8 maanden.’ ‘Zou je dan niet eens aan revalidatie gaan doen?’ Tja.
Ondertussen houd ik mij bezig met de opdracht van het wrede meisje on de rechterarm weer méé te laten doen. En er zijn steeds kleine vreugden. Vandaag kan ik weer met rechts tandenpoetsen. Zachtjes, maar het gaat. En ik kan weer met twee handen een kommetje vormen en zo water uit de kraan drinken. Een kleine vreugde die best een beetje een grote vreugde is. Tel uw zegeningen.
Over gebroken polsen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten