Vandaag bevind ik mij in het OLVG-Oost. Ik ben vroeg en kan nog even naar de kapel. Die vind ik erg mooi. Hij is moeilijk te vinden. Als je daar naar de kapel/kerk gaat kom je eerst langs de spoelkeuken van het personeelsrestaurant, met veel afwasgekletter. Een rare gewaarwording, omdat je even verstilling zoekt, maar het is in zo’n druk stadsziekenhuis natuurlijk ook woekeren met de ruimte. Ik ging er wel eens zitten toen ik aan de Zeeburgerdijk woonde. Het is mooi licht marmer en heeft een labyrint.
In de kleine binnentuin waar je vanuit de gang naar de kapel op uitkijkt staat dit beeld. Het treft me meer dan eerder. De kapel is natuurlijk een plek voor patiënten, maar ook voor hun geliefden, die steun geven maar zelf ook steun kunnen gebruiken.
Ditmaal is mijn doel de longafdeling op de 8e etage waar Will sinds een paar dagen ligt. Ze was ook al in het OLVG-West, het Anthonie van Leeuwenhoekziekenhuis en het AMC. Tussendoor thuis en nu dan weer hier.
Nog maar een maand geleden keek ik naar een tv-serie van Coen Verbraak over dit OLVG, met als insteek de enorm toegewijde artsen en verpleegkundigen en andere medewerkers. (Gek dat ik daar toen niet over geschreven heb.) Ik vertelde er nog over aan Will, die toen al meer dan een maand met rugpijn thuis op de bank lag en wat tips vroeg om naar te kijken. Ze had er niet naar gekeken, vertelt ze nu, maar de toewijding van de medewerkers kan ze nu wel beamen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten