Op de Azoren krijg ik een sms-je van een mij vreemd telefoonnummer:
'Hallo Lucie Theodora, ik hoor dat je heerlijk aan het genieten bent van de zon. Toch wil ik je vanuit een best aangenaam Nederland uitnodigen voo de lancering van ons nieuwe literaire imprint A. Donderdag 6 sept om 4 uur in Loosdrecht. Het wordt een select gezelschap en kosten noch moeite worden gespaard. Ik zou het fijn vinden als je er bij wilt zijn. Je mag er alleen niet over schrijven...'
Dan denk je: dat is een feestje van vier tot zes à zeven. Dat wordt een werkdag van acht tot acht. Maar nee, smst hij de dag ervoor. 'We verzamelen om 16.00 uur bij het Golden Tulip in Loosdrecht en gaan dan naar de locatie. Kom jij met de auto en zal ik een chauffeur regelen die jou in je eigen bolide naar huis brengt. Mocht je niet met de auto komen dan kan ik een taxi reserveren voor de terugweg.'
Ben ik blij? Voel ik mij gevleid? Dit wordt een werkdag van acht tot één. En dan die chauffeur in de nacht! En ik kan niet weg! Ik jeremieer wat: zal ik wel? Zal ik niet? Ik zit een hele avond gevangen! Je kan er natuurlijk ook van kan gaan genieten.
Alle andere gasten zitten in hetzelfde schuitje: letterlijk en figuurlijk. We borrelen bij de Golden Tulip, varen in een nostalgische partyboot in de romantisch avondzon kriskras over de tamelijk lege Loosdrechtse Plassen (kon ik wel eens vaker doen!) en we eindigen bij Het Witte Huis (inrichting nouveau riche) met een jazz-combo'tje. Ik voel me in een B-film, maar het is best leuk on de B-film.
Na de derde gang komt - voor de literaire teint - ook nog de dichter Ruben van Gogh op een salonfafel gedichten staan voordragen. Ik heb diep medelijden met hem. Hoop dat-ie er goed mee verdient.
De tocht met chauffeur (een student sociaal juridische hulpverlening, woonachtig te Uilenstede te Amstelveen) die de weg ook niet kent in de Vechtstreek, is een prachtige ervaring. We kronkelen in de nacht langs de Vecht. Het duurt wel een uur voor we op de A2 zijn. Het is kwart over één als hij me aflevert. Hoe moet je nou weer thuiskomen naar Uilenstede, vraag ik bezorgd. Zal ik jóu dan maar naar huis brengen?
Maar zo zijn de spelregels niet. Hij zoekt een nachtbus naar het CS en dan daar die naar Amstelveen. Dat dat nog wel uren zal duren: dat is werktijd voor hem.