Te Utrecht zit ik te lezen in de nieuwe roman van Jan Siebelink. Die kreeg ik maandag, gesigneerd. Het gaat over de gepensioneerde ambtenaar Simon die na zijn pensionering met vrouw en dochter naar Parijs verhuisd is en daar aan een ambitieuze dissertatie over de Fin de siècle schrijft om alsnog te promoveren. Het roman speelt begin jaren zestig.
Deze hoofdpersoon zwerft door Parijs, waar door de vele bomaanslagen van Algerijnen een wat nerveus van sfeer heerst. Zo zit je op een terras een kopje kov te drinken, zo is dat terras opgeblazen. Deze hoogbeschaafde heer die veel van vrouw en dochter houdt, is ook veel bezig met een second life waarin hij prostituees bezoekt en een sensuele boekverkoopster als geliefde heeft. Niet dat zijn vrouw erachter komt, maar het loopt allemaal uit de hand. Het doet me een beetje aan het boekenweekgeschenk van Tommy Wieringa, waarin het eenveertigervijftiger is die ten onder gaat aan de gevolgen van zijn lust naar een jonge echtgenote. Wat kan mij dat schelen, denk ik dan een beetje bozig.
Na 100 blz weet ik nog steeds niet zo of het me boeit en besluit ik naar het zaterdagmiddagconcert in de Domkerk te gaan, waar de vaste organist Jan Hage de 'Chorales-Poèmes pour les sept paroles du Christ' van de Franse componist Charles Tournemire speelt. Nooit van gehoord. Ik ga graag naar een muziekuitvoeringen in de hoop dat ik behaagd ga worden door mooie melodieën en harmonieën. Nou, vandaag gebeurt dat mooi niet, kan ik zeggen. Het is begin 20e eeuws experimenteel van het zuiverste water. Het is een hele kunst om te blijven zitten en je er aan over te geven. Mijn buurman van het concert zegt na afloop: 'Het was wel heel apárt.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten