zondag 13 april 2014

Ten onder

Vinnie en ik hebben op het werk veel discussies over of je aan lezen toekomt. Ik ben van mening dat het uiteindelijk een keuze is. Het is maar net waar je je vrije tijd aan besteedt. Als je veel met mensen afspreekt, winkelt, musea bezoekt, wandelt, ramen lapt, kookt, facebookt, pianospeelt, fietsen repareert, of wat dan ook, dan schiet het een boek lezen er zo bij in. En als je je herinnert dat je van boeken lezen gelukkig wordt, dan kun je je er ook voor kíezen.

Kortom, de nieuwe roman De blauwe nacht van Jan Siebelink (zie vorige blog) heb ik toch uitgelezen. Dat komt: ik vind het zo'n ijdele man. Zo'n nette heer te Velp, of Ede, daar wil ik van af zijn, op latere leeftijd heel beroemd geworden met een mooie hoogstaande roman over zijn ouders, misschien droomt hij ervan om zich stuurloos aan zijn impulsen en lusten over te geven. En heeft dat tot dit boek geleid.

Maandag toen ik dat boek kreeg en ik hem hoorde spreken vertelde hij dat hij in de jaren zestig in Parijs woonde, in die tijd dat de Algerijnen zoveel bomaanslagen deden, maar dat hij als hoofdpersoon iemand van zijn leeftijd nú heeft gekozen.

Als je je over je weerstand tegen het thema overspelige en leugenachtige echtgenoot heen zet en met hem mee leeft, dan kan ik ook wel toegeven dat Siebelink zijn hoofdpersoon meeslepend ten onder schrijft.

Geen opmerkingen: