Het affiche langs de weg trekt me aan: ik wil nodig weer eens naar het Singer Museum. Een nieuwe tentoonstelling, getiteld 'Droomkunst'.
Eerst besluit ik de hele dag thuis te blijven. het huishouden te doen en verder de dingen te laten zijn die zijn, te late. komen die komen. En dan ga ik aan het eind van de middag toch naar Laren. Tot mijn verbazing is er helemaal geen publiek! En zeer ten onrechte.
Het is een keuze uit de particuliere verzameling van Gerard van Wezel en Paul van den Akker en het gevolg daarvan is dat de tentoonstelling vooral onbekendewerken bevat, want doorgaans niet te zien in openbare gebouwen. De tentoonstellingen in Het Singer vind ik meestal heel mooi, maar ook wel tamelijk bekend en behaaglijk, variaties op een thema, een beetje meer van hetzelfde.
Dat is hier helemaal niet het geval. Bijna alles in onbekend, behalve dan de tekeningen van Jan Toorop, de fotoreeksen van Erwin Olaf en Ruud van Empel. Die laatste twee zie je tegenwoordig vaak.
De twee verzamelaars hebben hun leven lang kunstwerken verzameld die nu te vangen zijn in een term als Fin de Siècle-werken, van rond 1900 en rond 2000. Paradijselijke landschappen. Bezielde abstractie, mystiek, goden en martelaren, bezielde werkelijkheid zijn de thema's rond welke de schilderijen opgehangen zijn. Het is onbekend en prachtig, stuk voor stuk. Het uur dat ik nog heb om alles te bekijken, doorgaans wel genoeg, is nu veel te weinig.
Wat práchtig, zeg ik tegen de mevrouw van de Museumwinkel waar ik maar snel de catalogus koop. Ik kom zeker terug. O, verzucht ze, wat fijn dat u dat zegt, want we beginnen er helemaal aan te twijfelen, er komen maar heel weinig mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten