We zijn in Österreich aangekomen. Hittegolf en onweersbuien wisselen zich hier een af. De tent staat. Dat is in elk geval wat. Ons interieur voor de komende weken ligt nog in de bolide en blijft daar tot het niet meer donnerwettert.
Het vinden van onze eerste camping had - uiteraard - enige voeten in de aarde. We zitten bij de grens een Apfelstrudel te eten en ik zeg opgewekt dat ik enorm zin heb om in één keer door te stomen naar de Dolomieten, maar Bobby wil niet verder dan het Ötztal, waar hij een paar leuke Naturcampings heeft gescoord. We hadden toch ook een gidsje over Tirol gekocht. Na gut.
Ik bedenk die adresjes eens te bellen en ze blijken allemaal vol. Belegt. Maar naar de Dolomieten door: nee. En toen hebben we in harmonie - hij volgens zijn wijze ouderwets boven de kaart van Oostenrijk en ik volgens mijn wijze hedendaags met Google Maps - samen een camping gezocht. Hij zegt een plaatsnaam en ik googel 'camping' en dan vinden we wat en dan bellen we. 'Hoe is het mogelijk!' zegt Bobby, 'eigenlijk best handig!'
Bij camping Rossbach bij Nassereith is het raak. Daar zitten we nu. Er is tamelijk informeel, er bivakkeren hier vooral Nederlanders. Sommigen op doorreis naar Italië, anderen langere tijd. Er staat ook een caravan met enorme voortent genaamd Vut-Hut, met allemaal gezellige Brabo's op leeftijd. Overnachten kost hier maar 20 euro per nacht, voor ons en de tent en de bolide en douche en elektriciteit.
Na die Apfelstrudel staan we trouwens minsten anderhalf uur stil in de beeldschone bergen. Stau. De tweebaansweg van de grens Duitsland-Oostenrijk Oostenrijk in staat muurvast. 'Teveel aanbod van verkeer,' zeggen ze op de radio. Het is maar goed dat we niet helemaal naar de Dolomieten door hoeven te karren.