vrijdag 9 juli 2021

Bidden

In Trouw een column van Stevo Akkerman over bidden. Bidden voor Peter R. de Vries. Dat op zulke momenten mensen behoefte hebben aan oude rituelen als bidden. Maar als ze niet (meer) gelovig zijn weten ze dat niet met dat bidden. Ze geloven immers niet in een almachtige God jij wie je al je vragen en kwestie kan neerleggen. Kaarsje branden komt dan in de plaats. Dat kunnen ze nog wel. Heel Holland Bidt.

Akkerman is in een Klooster in Denekamp, op bezoek bij André Zegveld, voormalig abt uit Egmond, die nu op zijn oude dag bij de Zusters woont. Nu wel. Hij is er om een stuk te schrijven over ‘bidden’. Voor Zegveld is bidden stilstaan-bij-wat-je-raakt.

Ik heb van jongs af aan een verkrampt idee van bidden. Wij deden vroeger thuis bidden voor en na de maaltijd en een gebedje voor het slapen gaan. Meestal waren dat vaste formules. Ik-ga-slapen-ik-ben-moe. Mensen als wij die baden en dankten voor het eten, ongelovigen (heidenen) baden niet. Bij ons aan tafel zei Vader het gebed. Ik kan het dromen. Onze-Vader-die-in-de-hemelen-zijt. O, ik haatte al die quasi-vrome formules. De-Heere-zegene-u-en-hij-behoede-u.

Als tiener kreeg ik aandrang om meer te bidden dan het ik-ga-slapen-ik-ben-moe… Soms probeerde ik dat. Dan klemde ik in mijn stapelbedje mijn handen samen en probeerde ik dingen om te bidden. Here-wilt-u-zorgen-voor… maar altijd zweefden mijn gedachten weg en verzandde het gebed. 

Decennia later kreeg ik soms weer behoefte aan zoiets als bidden, maar hoezo, want ik was ongelovig. Ik heb er boeken over gezocht. Als ik een kaarsje brandde bij een Madonna voelde ik me leugenachtig, ook omdat de gebeden die vaak bij de Mariabeelden staan mij totaal niet aanspraken. Dat ging ik echt niet zeggen. En toch. Deze definitie vind ik mooi. Stilstaan bij wat je raakt.

Geen opmerkingen: