dinsdag 18 augustus 2015

The rain

Het grote Engelse regenen is geloof ik nu wel echt begonnen. Het is even aanpassen. Er zijn mensen die zeggen: gezellig! Regen in de tent! Zover ben ik nog niet. Ik moet drie à vier keer per nacht naar de wc, dat maakt wel uit. Gelukkig heb ik te Berwick upon Tweed een mooi boek gekocht, Watch me disappear van Jill Dawson, en dat lig ik in bed lekker te lezen. 

In het kader van als-zij-maar-gelukkig-is maakt Bobby me ondertussen een omelet-op-bed. Zullen we nóg een grotere tent, stel ik voor, met nog een extra compartiment voor de natte dingen. 

Natuurlijk verman ik mijzelf en kom ik uiteindelijk wel uit bed. Een tekening maken doet wonderen. Vandaag wordt het de sopraan Emma Kirkby, in haar prontste jaren.

Als die tekening klaar is gaan we in het kader van als-hij-maar-gelukkig-is naar Alnwick Castle. Want dat staat al dagen op zijn verlanglijstje, maar ik heb het niet zo op kastelen. 

Dit kasteel wordt als eeuwen- en generaties lang bewoond door de adellijke en steenrijke familie Percy, graaf van Northumberland. Ze wonen er nog steeds maar het kasteel is overdag open voor publiek. Entree £25 per persoon. De familie heeft een directeur aangesteld die afkomstig is van Disneyland. Ik sta te twijfelen, want ik vind het van de gekke maar ga uiteindelijk toch naar mee naar binnen. Het is duizelingwekkend van rijkdom en schatten en personeel en publiek. Veel. De Harry Potter-films en Down Town Abbey zijn er opgenomen. De familie weet hun optrekje behoorlijk uit te baten.

Na afloop in Indiaas restaurant Mumbay Flavor praten we na over mijn weerstand tegen en zijn nieuwsgierigheid naar dit soort plekken. Als ik erover lees in een reisgids komt het helemaal niet over. Ene oor in, andere oor uit. Op het moment dat ik naar binnen ga heb ik geen idee waar ik ben. Ik word ik van de ene zaal naar de andere zaal gevoerd die vol hangt met portretten van mij volstrekt onbekende adellijke personen. Moet mij dit boeien? We komen in een krankzinnig grote hoge rijke bibliotheek, een dining room die zijn weerga niet heeft, ik loop langs verzamelingen geweren, wandelstokken, porcelein, spiegels, schoorsteenmantels, schitterende kasten, tafels, je verzint het niet. Je weet niet waar je naar moet kijken en waarom. Zo'n overdaad. 

Hoe langer je blijft hoe vaker er wel enige interesse gaat kieren. En tegen de tijd dat ik vertrek wil ik eigenlijk alles wel weten: waar was ik eigenlijk, hoe zit dat met die adellijke families? In Engeland en in Nederland? Ben ik de enige die hier met gevoelens over onrechtvaardigheid rondloop? En hoe zit dat met Bobby, die is diepst in zijn hart toch nog altijd een communist? Kortom: het ligt het allemaal wat complexer en genuanceerder dan dat de een van kastelen houdt en de ander niet.

Geen opmerkingen: