Ik ben twee weken geleden al in Harnas van hansaplast van Charlotte Mutsaers begonnen, meteen toen het uikwam, vóór de affaire in de media over kinderporno die ze verkocht zou hebben uit de boedel van haar in 2002 overleden broer. Toen die affaire losbarstte was ik nog niet zo ver. Dus nu lig ik dat in de Ardennen te lezen. Ik geloof haar, dat haar boek haar werkelijkheid is. En dat je als romanschrijver de waarheid bij elkaar verzint.
Het is echt een adembenemend prachtig boek. De eerste gedachte die ik heb is: ze is 75 jaar en zoveel als die vrouw nog weet! Zelf lijd ik aan toenemende vergeetachtigheid. Of dat van de leeftijd komt of van de overload van het harde werken... Maar misschien zijn jeugdherinneringen anders, de Geschwister verbazen zich wel eens over mijn gedetailleerde jeugdherinneringen, die zeggen er nog minder te hebben dan ik. Als je schrijft komt er waarschijnlijk meer bovendrijven..
Die herinneringen van Mutsaers, die na 15 jaar pas op kan schrijven wat er in 2002 gebeurde. De herinneringen spelen in hartje Utrecht, de stad waar ik nu ook steeds meer herinneringen bij elkaar beleef, het maakt het voor mij op de eens of andere manier extra interessant. Het meisje Mutsaers met dat fantasierijke hoofd en die wonderlijke ouders. Het jongste broertje waar de ouders naar gesmacht hadden. De moeder met niet erg veel liefde voor de creatieve en hypergevoelige dochter.
De broer sterft op 51-jarige leeftijd en zijn twee zussen moeten zijn huis uitruimen. Charlotte is dan ca 58 jaar. Haar zus en zij waren nog zijn enige contact met de buitenwereld maar ook dat was de laatste jaren alleen telefonisch. Hij woonde nog altijd in het huis van hun ouders, het is er een enorme gore bende. Hij was helemaal alleen. Had waanzinnig veel boeken en porno en vuile was. Het is moeilijk na te vertellen hoe ze het vertelt. Kamer voor kamer. Wat ze aantreffen. Wat het oproept. Herinneringen. Vragen. Reflecties. Literatuur.
Ineens het besef: wat weet je nu helemaal van de broers en zussen? Van je meest nabije vriendinnen? Sommige verhaallijnen ken je, al levenslang, maar vast lang niet alle. Ook al weet je het niet, dan nog kun je er zo veel en zo rijk en niet-deprimerend over verhalen, zoals Mutsaers, met zoveel brille. Heel mooi.
Ik zou nu ook wel zo'n gang door ons huis van toen willen maken en alles benoemen. Maar dat huis is er al lang niet meer. Indertijd vond ik dat wel fijn, dat dat huis er niet meer was. Dat Mutti het huis verkocht en een huurflat nam en alleen meenam wat zij belangrijk vond. Maar al die dingen, die herinneringen, een boek als dit roept ze zo weer op. De badkamer, de kranen, de keukenkastjes en alles wat erin zat, ik weet het nog prescies, kastje voor kastje. Het halletje waar we de schoenen poetsten. Het schuurtje waar decfietsen stonden. Mijn groene Sparta fiets.
Maar er moet een drama zijn om erover te vertellen, bij wijze van decor. Hier is het de dood van je totaal vereenzaamde masturberende broer, die je eigenlijk niet kende, dat je een aanleiding hebt erover te vertellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten