Ook de ‘voortuin’ is een grote overwoekerde bende. Er delen uit trekken helpt nauwelijks echt. Ik besluit vandaag die bak maar eens aan te pakken. Ik doe dat zo drie keer per jaar. Er is geen duidelijk plan, meestal ingegeven door de plantjes uit de reclame. Vandaag van de Praxis. Een lavendel, een salvia, twee Chinese anjers, twee gele chrysantjes en een witte ‘gaura’ of ‘prachtkaars’. De kleurstelling vóór is in principe wit paars en geel, ooit geïnspireerd op viooltjes in die kleuren. Maar momenteel zijn er geen violen. Veel heide, maar heide - in een plantenbak - vind ik saai. Over een paar dagen is alles hopelijk een beetje ingeklonken. Maar het ziet er allemaal weer optimistisch uit.
Gisteravond heb ik de geveltuin aan de zijkant van ons rijtje gesnoeid. Die groeide over de halve stoep heen. Dat ergert mij enorm. Ik weet nog dat we die geveltuin bedachten, subsidie aanvroegen bij de provincie, een plantenplan maakten met de hovenier van de gemeente, en het alles realiseerden met de hulp van de stratenmakers, die net de straat opengegooid hadden. Het was wel de bedoeling dat we het zelf ‘beheerden. Maar sinds mijn straattuinmaat Jeroen de straat uit verhuisd is ben ik ook minder actief geworden.
Toch voel ik me wel een beetje een karikatuur in de straat: het tuinvrouwtje. Vandaag zei de buurvrouw dat haar man, die mij bezig had gezien met die geveltuin, had gegrapt dat dat niet mijn tuin was.
De meeste mensen hebben één soort in de bak: alleen hortensia of alleen lavendel. Ik zou er ook een kruidentuin van kunnen maken. Of een aardappelveldje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten