Vandaag mag ik weer eens een nieuwe chauffeur inwerken bij de buurt taxi. Dat is fijn, want er zijn momenteel wat te weinig chauffeurs. De meneer die ik inwerk is 68 en slim op alle niveaus. (Ik heb een keer iemand ingewerkt die de hele middag zat te bluffen over hoe belangrijk hij (vroeger) was en hoe belangrijk zijn zoon is. En een keer iemand die niet goed kon rijden, niet goed achteruit kon inparkeren, en niet naar feed back luisterde.) Deze nieuwe collega snapt alles en doet alles goed.
Natuurlijk hebben we ook gesprekken over onszelf, wat we vroeger aan carrière gedaan hebben en nu aan vrijwilligerswerk. Hij had diverse bestuursfuncties gedaan maar dat wilde hij niet meer. Hij wilde gewoon werken.
We praten nog wat door over wat je mist als je werkt stopt en na enige aarzeling zegt hij: ‘Dat ik heel belangrijk was.’ Dat herken ik. ‘Maar het fijne van de Buurt Taxi is dat je voor de mensen die je vervoert weer heel belangrijk bent’, zeg ik. Hij kijkt me aan of ik hem in de maling neem. Nee dat doe ik niet.
Aan het eind van de dag bekent hij dat hij best zenuwachtig was vanochtend, dat hij voor het eerst sinds jaren zich weer moet kwalificeren voor werk. ‘Je deed alles goed’, zeg ik, ‘en je hebt er plezier in, dus volgens mij kun je volgende keer alleen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten