O shit. Nieuwe Wilma meldt zich ziek, met wie ik sinds september maandelijks zondagse Stille Wandelingen organiseer. Vanmiddag hebben we er weer een.
Zij is degene die onderweg de poëzie voorleest. De poëzie die we lezen gaat over stilte. We doen altijd een gedicht aan het begin en een halverwege, en aan het einde een ‘Zegenwens’.
Mijn rol in het geheel is - tot nu toe - dat ik de wandelingen kies en voorstellen doe voor de gedichten. Ik maak de foto’s en het ‘foldertje’ en de foto’s. Ik schrijf de persberichten, zij verstuurt ze. Het voorlezen van de gedichten doet zij dus ook. Dat doe ik liever niet. Dat is mij net iets te ‘gelovig’.
Vanmiddag hebben we het gedicht 'Stilte' van Guillaume van der Graft en 'Wandeling' van Rutger Kopland. Vooral tegen dat eerste zie ik wat op vanwege de woorden ‘Hij' en 'God". Nieuwe Wilma heeft daar geen moeite mee.
Zij weet niet zoveel van poëzie. Zij bezit één bundeltje van ene Catharina Visser. Die ken(de) ik niet. Zij is een christelijke dichteres. Ik vind haar woordkeus nogal geëxalteerd. Elke keer als Nieuwe Wilma zo’n gedicht inbrengt zeg ik ‘Eh, liever niet’. Het is een beetje geven en nemen, zeg maar. En dus kwam Guillaume van der Graft deze keer erin.
Over stille wandelingen gesproken: gisteren waren Bobby en ik te gast bij Arthur & Mieke. Arthur is onder andere gids bij Gilde Utrecht. Hij heeft veel verhalen en anekdotes over de stad, maar hij kan ook goed meditaties en stilte-dingen leiden. Hij vertelde dat hij graag Stiltewandelingen door de binnenstad zou doen, maar stilte past zo niet bij dit Gilde. De binnenstad van Utrecht is volgens Arthur voor stiltewandelingen heel geschikt, tenminste als het stil is, bijvoorbeeld in de ochtend. Ik mopper wel eens over de drukte in de Utrechtse binnenstad, maar dat geldt vooral de winkel- en de horeca-gebieden. Als je het organiseert ga ik graag mee, zeg ik.
Onze gesprekken werden langzaam
onze vragen beantwoordden we met kijken
naar de langzame wereld om ons heen
de dorpen en landerijen in de diepte
de vogels verdwijnend in de hemel
we gingen zitten kijken naar deze prachtige
onverschilligheid van de wereld
naar de overbodigheid van onze vragen
Rutger Kopland
Uit: Toen ik dit zag (Van Oorschot)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten