zondag 14 februari 2010

Julius Winsome

Eindelijk lees ik weer eens een roman, het lijkt maanden geleden dat ik daar de rust en ruimte voor had. Het boek heet Julius Winsome en is geschreven door Gerard Donovan, een Ierse schrijver die in New York woont, in een verlaten station, volgens de flaptekst. Dat willen we allemaal wel, in een verlaten station wonen. Ik kreeg het boek van Lidewijde die ik drie weken geleden interviewde, de vrouw van wie ik een wonderlijke dialoog over onze parallelle jeugd in Emmen optekende. Hani501 heeft haar afgelopen week fantastisch gefotografeerd.

Hoofdpersoon van het boek is Julius Winsome, een vijftiger die in een blokhut in de bossen in de noordelijke Amerikaanse staat Maine woont. In deze hut heeft hij zijn hele leven met zijn vader gewoond. Tussen de boeken, meer dan drieduizend boeken. Het zijn precies de boeken die zijn vader al neerzette, Julius heeft nooit iets veranderd. Hij leeft alleen. Vrouwen is hij niet gewend. Zijn moeder is overleden bij zijn geboorte. Er is een tijdje een vrouwe geweest die met wie hij een relatie geweest, maar zij heeft hem verlaten voor een ander. De boeken beschermen hem, letterlijk als isolatie, en figuurlijk als een bron van verhalen tegen de buitenwereld.

In het begin lijkt Julius vrij normaal: een man alleen die opgaat in zijn boeken en de herinneringen aan zijn vader en grootvader. Zijn enige gezelschap is zijn hond Hobbes. Het heeft wel iets romantisch: het koude weer buiten, de stoel bij de houtkachel, de oude boeken die hem meeslepen naar andere werelden. Hij zit lekker te lezen in Tsjechov, als buiten een schot klinkt. Op zich is dat in de uitgestrekte bossen van Maine niet bijzonder, er zijn veel jagers actief. Maar dit schot klinkt erg dichtbij. Julius gaat op onderzoek uit en vindt buiten een bloedende Hobbes. De dierenarts naar wie hij hem toe brengt meent dat Hobbes niet per ongeluk is neergeschoten, daarvoor is het van te dichtbij gebeurd.

Julius neemt wraak. Hij heeft diverse geweren in huis, die nog stammen van zijn vader en grootvader die beiden in diverse oorlogen gevochten hebben en daar voor hun leven door getekend zijn. Het wonderlijke is dat zijn daden onmenselijk zijn, maar Julius zelf niet. Een mooi, maar onrustbarend boek.

Geen opmerkingen: