De dag begint met een bustocht naar de Lapjesmarkt, want mijn Indiase wollen gordijnen zijn klaar. Ze zijn dik en loodzwaar, dus dat is me een partij zeulen. Als ik ze thuis uit het dikke plastic haal en ophang blijken ze ook nogal Indiaas muf te ruiken. Maar wel mooi sfeervol op de roestbruine vloerbedekking. Nu moet ik weer naar een fournitourenzaak voor een ding om de gordijnen als ze open zijn wat samen te kunnen bundelen. Hoe heet dat. Ik heb weinig verstand van en vocabulaire voor textiel.
Ik begin me steeds meer op m'n eigen kamer te verheugen. Het gaat stap voor stap, maar het komt. Nu moet er een donkerblauwe beddensprei op het bed, maar waar vind je precies díe sprei die doet wat jij wilt? Als die sprei er is kunnen mijn reeks blauwe kunstwerken 'Blue Notes' van Erna Kuik ook. Bobby constateert: Het gaat weer helemaal op je kapelletje in Amsterdam lijken! Zo druk. Vindt hij. Hij is meer voor wit. Ik vind wit helemaal niet rustgevend. Ja, zeg ik, het wordt weer Grieks Byzantijns bont, met mijn tekeningen van kerkjes, huilende Maria's en engelen. En al mijn dieren en andere dingetjes.
Nu moet ik kasten en planken voor de dingetjes verzinnen en dan kunnen de bestaande kasten weg. A room of one's own.
Nu moet ik kasten en planken voor de dingetjes verzinnen en dan kunnen de bestaande kasten weg. A room of one's own.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten