En dan zit je daar te Bunnik. Dag na dag. Laten we naar Ede gaan, opper ik, naar boekhandel 'Het Paard van Troje', en daar vergaderen. Ze zeggen ja. Ik bel naar Ede, hebben jullie een vergadertafel? Mogen we bij jullie vergaderen? En dat mag. We zijn welkom. Ze schenken lekkere koffie. Ze vertellen hoe het is. Het is er geweldig leuk. We kopen allemaal een boek.
Zo op een half uur van Bunnik zijn we toch best vrienden.
'Praten // Laten we praten / Mijn lief / Want zwijgen is / Verdrinken in een oceaan / Van onuitgesproken / Woorden en zinnen / Laten wij praten mijn lief / En woord voor woord / De spelregels ontdekken / Van de weg naar ons / Hart,' staat op het raam.
Bij de nazit na ons spirituele maandagavondkoortje vertel ik Peek over dit uitje naar Ede en zegt zij vol lof dat dit de manier is waarop je leven en werk leefbaar maakt/houdt. Dank je wel, Peek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten