De nieuwe fase in de moestuincursus, die inmiddels een lagere frequentie heeft, is leren oogsten. Want als je dat niet doet, dan was het allemaal voor niets. Maar oogsten, hoe gaat dat? Wanneer? Aardappelen kun je oogsten als het loof geel wordt. Dat gaat dus eerder gebeuren bij de 'vroege' aardappelen dan bij de 'late'. En je moet ze niet meteen koken, dan worden ze pap, maar eerst een weekje laten drogen.
We nemen mijn tuintje door. De spinazie schiet door, doorschieten betekent dat er bloemen aan komen, en dat is het einde van de spinazie. Die moet eruit. De rucola en de waterkers zijn ook op, ook die moeten eruit, ook daar moet wat anders, maar daar geeft Juf geen opdrachten en zaadjes meer voor.
De bietjes staan veel te dicht op elkaar, zegt ze, die moeten uitgedund. Dat heeft ze wel eerder gezegd, maar ik wist niet goed het hoe-en-waarom, dus ik deed het niet. Nu blijkt dat de groenten die te dicht op elkaar staan niet tot volle wasdom komen. Net als mensen, maar dit terzijde. Had ze dat eerder uitgelegd, dan had ik het eerder gedaan.
Nu mag ik zeggen of ik vanavond sla ga eten, want if so, dan kan ik èn een kropje oogsten èn sjalotjes oogsten. Of ze dat even voor wil doen, vraag ik. Ik heb keine blasse Ahnung. Ze trekt een bosje sjalotjes uit de grond, die er volgens mij net zo uit zien als lente-uitjes. Bosuitjes. Hoe kan dat, vraag ik, als je in de supermarkt sjalotten koopt krijg je keiharde mini-uitjes. Ik heb een documentaoire gezien over sjalotten, en dat waren uitjes. Dit zijn sjalotjes, zegt Juf.
Ik heb nog een vraag, over de prei. Die heb ik vier weken geleden gezaaid en in die regel zie ik alleen maar onkruid. Ik weet niet hoe de prei eruit ziet en welk onkruid eruit mag. Bij prei moet je geduld hebben, zegt ze, en ze wijst hele dunne sprietjes aan die prei gaan worden. Dat onkruid moet er allemaal uit en snel, want dat overwoekert de jonge plantjes.
En de tomaten? Krijgen we nog tomtatenplantjes? Ik heb jullie eind april toch zaadjes gegeven, zegt Juf. Ja maar dat schiet helemaal niet op, zegggen Hassan en ik. Ik vertelt dat ze bij nog binnen in de vensterbank staan, en dat is helemaal fout, want dan harden ze niet af. O, dank u wel.
Dan de kwestie kolen. Ik vind kolen zo mooi en we hebben geen kolen. U had gezegd dat op zandgrond geen kolen groeien', zeg ik, 'maar een tuintje verderop staan kolen. En die doen het best goed.' 'Waar staan die?' vraagt ze fel. Wij met zijn drieen er in ganzenpas op af. Inderdaade, kolen. Juf weet niet goed wat ze moet zeggen. Het is denk ik spítskool, zegt ze dan, en: 'Ze hebben het vast mest gegeven.' 'Maar wat als ik toch een groene kool plant', vraag ik. 'Want die vind ik zo mooi.' 'Nou ja', zegt ze, 'misschien doen ze het wel, maar ze worden niet zo groot.'
Nee, juf is niet zo aardig vandaag, maar ik wen er aan. Hoe meer ik vraag, hoe meer ik leer. Maar ze wil weg, dat voel je aan alles, ze wil zwemmen.
Hassan die ontzettend zijn best doet en een hele mooie tuin heeft, vertelt dat zijn vrouw en kinderen niet van de tuin willen eten. Die vermoeden en zoeken overal beestjes. 'Dan eten ze maar dat vergiftigde spul van de Aldi'.