donderdag 25 mei 2017

Dauwtrappen

Het Johannescentrum in Overvecht biedt een 'workshop labyrint lopen' aan op Hemelvaartsdag om 07 uur 's morgens. Dauwtrappend labyrint lopen. Dat wil ik wel eens proberen. Het labyrint ligt daar nu een half jaar en ik wil graag meer labyrinten kennen. Die ik nu gelopen heb zijn die in Hoofddorp, de Sloterplas, het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam, Casella in Hilversum, aan de Waalkade in Nijmegen, en bij Samaya in Werkhoven. 

En er is er nu ook een redelijk dichtbij mijn huis: in het hart van Overvecht. Ik ga er steeds niet naar toe omdat ik zeker weet dat ik er enorm ga verdwalen. En ik háát dat, verdwalen, en in het bijzonder in de onmetelijke en lelijke jaren zestig flattenwijk Overvecht. Toch heb ik al diverse malen gehoord dat dat Johannescentrum een goeie plek is. 

Het is wel een mooie uitdaging zo vroeg in de ochtend van Hemelvaartsdag. Het is - als je in een keer goed rijdt - slechts tien minuten fietsen. Nou, ik rijd dus niet in een keer goed. Hoe goed ik ook gestudeerd heb op de kaart. De Moezeldreef waar dat centrum aan zou zijn is heel lang en groen en ik zie niets iets als een kerk laat staan een labyrint. Om kwart over zeven vind ik het en blijk ik er al vijf keer langs gereden te zijn. 

En daar loop ik dan in het ochtendlicht rondjes te cirkelen met vijf middelbare dames en een heer. De weg er naar toe was al een labyrint, en nu ik loop midden in de architectuur van mijn jeugd (de wijk Angelslo Emmen moet door dezelfde wijkontwikkelaar ontwikkeld en gebouwd zijn als degene die Overvecht bedacht). Al cirkelend verzoen ik mij steeds meer met alles. 

Na afloop gaan we samen ontbijten. We mogen in de kring vertellen wat we ervaren hebben. Ik had natuurlijk mijn dubbellabyrintische beleving deze ochtend, de getergdheid daarover eerst en dan het doorzetten en de verzoening. En of we nog tips hebben, vraagt de dame in het paars, die de pastoraal werker blijkt te zijn en die dit georganiseerd heeft. 'Elke week?', zeg ik, 's Avonds om 21 uur? En dat je je niet hoeft op te geven. En géén gesprek na? Dat vind ik het allerengst aan jullie, dat napraten.' Dat vinden ze wel bijzonder, daar hebben ze nog nooit over gedacht, niet napraten. 

De pastoraal werkster blijkt bij mij om de hoek te wonen. Ik mag met haar mee terug fietsen.

Geen opmerkingen: