In de avond nog even tussen de koude regenbuien door kijken hoe het met de volkstuin is. Wat er wél opkomt. En niet verzopen is. Wel verzopen zijn in elk geval de hibiscus, de herfstanemoon, de brem en de acer. Maar wat daar nu onverwacht opkomt uit de blubber is valeriaan, heemst, boterbloem. Dat moet ik onthouden en lering uit trekken.
Bij het verlaten van het park - poort goed op slot - komt er een man naast me fietsen die vraagt hoe het met onze volkstuinen gesteld is. Hij heeft bij RTV Utrecht gelezen dat wij op de nominatie staan om vervangen te worden door sportvelden. Het komt allemaal door de asielzoekers, zegt hij, alles krijgen die mensen, zomaar, voor niks, en ons nemen ze alles af. Hoe karikaturaal. Hij blijft trouwhartig naast me fietsen, hij heeft ook een volkstuin, op een ander park ook in Overvecht. Zeg ik wat terug, denk ik, of laat ik maar gaan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten