dinsdag 11 maart 2008

Dresscode: zilvergrijs

Zo begint het Boekenbal. Ik moet me nodig gaan oppoetsen. De dresscode vanavond is zilvergrijs. Met een knipoog naar Silverthreads among the gold... Wist ik echt niet, maar zilvergrijs is het pak dat ik te Wenen gekocht heb!

Het thema van de Boekenweek dit jaar is - u zult het allemaal al wel gelezen hebben - de 'derde' leeftijd, de periode dat de mensen in de vijftig, zestig zijn. Ik vind dat boekenweekthema altijd weer zo'n fenomeen. Op enig moment wordt het bekend gemaakt: Liefde, Dood, Frankrijk, en nu dus dan De Derde Leeftijd, dan denk je: wat gaan ze daar in godsnaam van maken? Gaan boekhandels daar de show mee stelen? Gaan de media daarop reageren? Maar elk jaar is het succes weer groter. Als makke schapen volgen de kranten en de televisie de events die de markt hen aangebiedt. Nu lezen we dus allemaal stukken over de periode dat de mensen in de vijftig, zestig zijn. Bernlef en Douwe Draaisma zijn voortdurend in de kranten.

Straks wordt het weer proppen bij de ingang van de Stadsschouwburg. Je wordt er wel nederig van. Want natuurlijk komen de televisiecamera's alleen maar voor Harry Mulisch, Connie Palmen, en misschien nog Joost Zwagerman. En dit jaar dan de geschenkauteurs Bernlef en Renate Dorestein. Dus alle boekenvakkers hebben wel heur mooiste pakjes uit de kast getrokken, maar bijna niemand die ernaar kijkt. Wil een gewoon iemand de aandacht trekken moet hij/zij zich met wel heel veel veren tooien.

Ik ga met Vinnie, die zijn jacquet aantrekt. Lijkt me een mooie ervaring, ik ben nog nooit naar een feest geweest met een man in jacquet! We zitten in de zaal, rij 21, stoel 9 en 11. Als alles goed gaat tenminste. Er is altijd major controle, want het Boekenbal is nogal gewild. Onze kaartjes zijn helaas naar het Frederiksplein gestuurd en niet op de Naritaweg terecht gekomen.

Terug uit Wenen belde ik onmiddellijk naar de CPNB, die meldde en stug bleef volhouden dat de kaartjes wel gestuurd waren. Dat geloof ik wel, zei ik op mijn allerbegripvolst en allervriendelijkst, maar ze zijn niet áángekomen. Wat nu? Wel, eerst moest ik álles in het werk stellen om de kaartjes te vinden. Ik ben de beroerdste niet, dus álles in het werk gesteld. Na tien minuten weer opgebeld: 'Ik heb nu álles in het werk gesteld.' Moest ik toen een mailtje sturen dat ik álles in het werk had gesteld. Ik een mailtje gestuurd dat ik álles in het werk had gesteld. Maar duplicaatkaarten, daar was geen sprake van. Nu moeten we bij de voordeur naar Wietske vragen en die laat ons er dan in. Toch ben ik bang dat straks op rij 21, stoel 9 en 11, grijnzend twee mensen zitten van de Amsterdamse Rekenkamer of Architectenbureau Lafour, adres: Frederiksplein 1.

Afbeelding: 'Selbstbildnis in weissem Modeanzug' van Egon Schiele, 1910.

Geen opmerkingen: