Bobby vindt dat ik een blog of een artikelenreeks moet beginnen over wat ik allemaal op het werk medemaak. Dat zegt hij trouwens al jaren. Dat het fijn is voor de mensen om te lezen hoe het tijdens de crisis in bedrijven toegaat. Omdat er overal zulke dingen gebeuren. En dat ik dat zo leuk en goed kan. Ik sputter wat tegen, men wordt immers geacht loyaal te zijn aan de werkgever. Geanonimiséérd, zegt-ie. Geanonimiseerd. Maar ik heb al jaren geleden geleerd het langs me af te laten glijden.
Vandaag wil dat van-me-laten-afglijden niet zo goed en ben ik er aan toe. Er is afgelopen weekend een nieuwe bezuiniging aangekondigd. Het is crisis, ik weet het. Het bedrijf haalt de begroting niet. Niet dat wij het zo slecht doen, het gaat over het héle bedrijf. En de backoffice van de website doet het ook al een week niet. Thuis wel. Niet dat dat ermee te maken heeft, maar je bent de halve dag met helpdesks aan het bellen, zonder dat er iets oplost. En niemand weet hoe het komt.
Ik ben al om 08 uur op het werk. De computer start zoals gewoonlijk traag op, dan loopt Outlook vast en vervolgens mijn hele computer. Herstarten mag wel eens helpen (weer twintig minuten wachten) en dan krijg ik een melding dat mijn harde schijf vol is. Ik bel met de online helpdesk. Vriendelijke jongens, daar niet van. Wie-bent-u-hoe-heet-u-waar-werkt-u-u-bent-niet-ingelogd-mag-ik-uw-ID-nummer-en-wachtwoord. Dan kan hij 'meekijken'. Na een uur tijd heb ik al vier verschillende vriendelijke medewerkers van de helpdesk versleten. Wie-bent-u-hoe-heet-u-waar-werkt-u-u-bent-niet-ingelogd-mag-ik-uw-ID-nummer-en-wachtwoord.
Na dat uur blijkt mijn hele mailbox weg. 'Uw mailbox is weggegooid'. 'Dat moet dan een van uw collega's net gedaan hebben.' Tóe Lucie, niet doen, verwijten helpen echt niet. Ik wil met mijn baas praten en conclusies trekken. Moet daartoe een documentje uitprinten, maar mijn printerinstellingen zijn verloren gegaan. En mijn hele wachtwoord is gewijzigd. Ik moet eigenlijk bij de computer en de telefoon blijven voor het geval zo'n vriendelijk jongmens van de telefonische helpdesk een vraag heeft.
En dan hebben we ook nog de toeterende heren die - als ze niet opgehemeld worden - het niet eens zijn met onze stukken. Elke week moet ik wel weer een opgeblazen ego te lijf. Deze heeft een aanpak die hij - neem ik aan - vooral op vrouwen toepast. 'Ik voel me verneukt', zegt hij als ik na een opgeblazen mailtje bel om te vragen wat er aan de hand is. 'Ik voel me áángerand.' 'Maar', vraag ik vriendelijk, 'even concreet: wat staat er dan fout?' 'Het is niet zozeer fóut', zegt hij, 'maar het stuk klopt energétisch niet.'
Vandaag ben ik het helemaal zat. Wie doe ik plezier als ik daar elke dag over zou schrijven?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten