zondag 18 november 2012

Sister!

Morgen ga ik eten en kletsen met een katholieke oecumenische boeddhiste. Ik wil graag meer over het boeddhisme weten. Niet van buiten, ik heb er al best veel over gelezen, maar van binnen. Ik heb er af en toe allerlei meningen over, merk ik. Ik vind 't nogal navelstaarderig. In Trouw van dit weekend staat een portret van Sister Chan Khong, een oude Vietnamese non om mij er alvast op te prepareren. Zij is de rechterhand van de bekende monnik Thich Nhat Hahn. Zijn 'geëngageerd' boeddhisme zou grotendeels op haar inzichten gebaseerd zijn.

Chan vertelt onder meer in het interview: 'Ik kom uit een gemiddeld boeddhistisch gezin. Als kind deden monniken me nooit zoveel. Wat ik ervan zag, in de tempels, was dat ze diepe wijsheden verkondigden, maar er kwam weinig uit hun handen. Ja, ze zongen wat op begrafenissen. In mijn ogen waren ze meer bezig met de dood dan met het leven.'

'Toen ik net mijn diploma had behaald, ik was 18, nam mijn vader me mee naar een monnik om de vijf voorschriften van de Boeddha te ontvangen. Steel niet, dood niet, et cetera. Ik wilde mijn ouders niet kwetsen - dus ging ik braaf mee. Ik had veel vragen voor de monnik. Waarom doen boeddhisten niets voor de armen? Er waren minder katholieken in Vietnam, maar ze deden meer dan boeddhisten, zag ik. Niet voor niets had de Boeddha toch zijn paleis verlaten om de mensheid van lijden te verlossen? Een antwoord bleef uit.' 

'Vrijwilligerswerk was voor de meeste monniken verdacht. Zoiets doe je alleen om er zelf beter van te worden, heette het. Ik zou er de verlichting nooit mee bereiken, legde de monnik me uit. Een rijk gezin in een volgend leven, dat was alles wat het me zou opleveren. Hij begreep dus weinig van wat me bezighield. Wedergeboorte liet me koud. Er was in het hier en nu genoeg te doen. Toch was ik gegrepen door de leringen van de Boeddha. Ik besloot dat ik non zou worden. Maar de monnik wuifde mijn plan weg: daar was ik niet geschikt voor. Veel te rebels. Ook al gaven monniken antwoord op mijn vragen, bevredigend was dat zelden.' 

'Tot ik Thay, 'leraar', zoals ik Thich Nhat Hanh noem, ontmoette. Hij gaf helemaal geen antwoord op mijn vragen. Meestal kwam het erop neer dat ik iets zelf moest ontdekken, in plaats van blind te varen op zijn gedachten. Vanaf het moment dat hij me zei dat hij mijn projecten in de achterbuurten zou steunen, wist ik zeker dat hij de leraar was naar wie ik had gezocht.'

Geen opmerkingen: