Het moet een droomvakantie worden. We zijn allebei een beetje afgeknoedeld en kunnen niet veel hebben. Als we om half vijf bij het Himmelchen arriveren is er niemand. Het huis is donker. De telefoon wordt ook niet opgenomen, noch het huisnummer noch de handy. Bobby wordt behoorlijk sacherijnig. Alsof ik er wat aan kan doen. We hadden ons verheugd op installeren en nu sjokken we zonder goede zin door een beeldschoon stadje.
Natuurlijk komt het goed. Wolfgang de verhuurder had net in een Funkloch gezeten toen ik belde. We vinden de sleutel onder de mat en Bobby gaat vast naar binnen. Mein Mann Ist schon drinnen, zeg ik. Ist er sauer? vraagt Wolfgang. Ja, zeg ik. Wir sind schon zwei Stunden hier!
Wolfgang put zich uit in excuses. Dit is nog nooit gebeurd. Natuurlijk verzoenen we ons, we doen boodschappen en morgen is er weer een dag. Er is alleen geen WiFi. Nu ben ik sauer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten