Vandaag, druk aan het werk, krijg ik een mailtje dat het minder gaat met Mutti. De zuster laat haar maar in bed. Eruit gaat niet meer. Ze gaat elk kwartier kijken. Met zo'n bericht in de mailbox gaat werken ineens niet goed meer. Het is allemaal zo relatief, vooral gedoe om niets.
Als ik in Wilnis aankom zit Zwager1 aan haar bed en leest een psalm voor. Ik neem zijn plaats in, pak haar hand en ze reciteert indringend: 'De Heer Is Mijn Herder, Mij Zal Niets Ontbreken...'
De dokter is er. Hij zegt: 'Het is zo mooi, zo hecht als jullie als familie om haar heen staan. En hier is de familie ook nog eens uitgebreid met 120 vrijwilligers. We hebben haar allemaal in ons hart gesloten. Zoals zij kan stralen, in die straling wil je zijn!'
Maar vanavond straalt Mutti niet. Ze slaapt en als ze haar ogen af en toe open doet zegt ze: Wat moet ik nu? Doe maar de ogen dicht, zeg ik, ga maar slapen. En daar zit ik dan. te kijken naar het prikbord boven haar bed. Foto van de prachtigste foto van Mutti ooit. Foto van haar zes kinderen. Liefdesverklaring van een achterkleindochter.
Af en toe geef ik een kusje op haar hand. Dan doet ze haar ogen open en straalt ze toch een glimpje.
Af en toe geef ik een kusje op haar hand. Dan doet ze haar ogen open en straalt ze toch een glimpje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten