Overal in haar kamer staan bloemen: chrysanten, gerbera's, zonnebloemen, roosjes... En kaarten, lieve kaarten. Maar Mutti weet dat niet. Wel weet ze dat ik op de bank naast haar zit. Ze geeft almaar kusjes.
- We moeten kusjes, zegt ze.
- We moeten kusjes, zegt ze.
Dan kríjgt ze ook kusjes.
Het praten wordt minder, maar het is alsof ze steeds meer wil zeggen. Maar de zinnen komen er niet meer goed uit.
Het praten wordt minder, maar het is alsof ze steeds meer wil zeggen. Maar de zinnen komen er niet meer goed uit.
- Ik moet niet alleen, Luus. Ik moet zo alleen. We moeten niet alleen. Jij moet ook niet alleen.
- Maar ik zit nu toch bij u?
- Ja, nu wel. Ik ben zo alleen, Luus.
- Helpt het als ik bij u zit?
- Een beetje. Ik moet niet alleen.
Ne me quitte pas. Loat mie naait alloin.
- Kom maar, zegt ze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten