Een van de twee tentoonstellingen afgelopen zondag in het Singermuseum was gewijd aan Lodewijk Schelfhout. Hij leefde van 1881 tot 1943 en geldt als Nederlands eerste kubist. Hij was de kleinzoon van de Haagse schilder Andreas Schelfhout, die bekend stond om zijn wintertafereeltjes waar hij er geloof ik wel honderden van maakte. Ook wel Schelfhoutjes genaamd.
Kleinzoon Lodewijk was om te zien een woeste rossige man. Een soort Vincent van Gogh. Hij maakte ook een zelfportret als was hij Van Gogh. Begon in Parijs, 1910-1914, waar hij Picasso en Henri le Fauconnier, de grondleggers van het kubisme ontmoette en Mondriaan introduceerde in internationale kunstcircuits. Ook introduceerde hij zijn schildersvrienden uit Nederland bij de beroemde collega’s in Parijs: Piet Mondriaan, Jacoba van Heemskerck, Leo Gestel, Peter Alma, Else Berg, Jan Sluijters en Otto van Rees werden hierdoor beïnvloed. Zelf verliet zijn kubistische stijl rond 1913. Zijn Franse landschappen vind ik heel mooi krachtig.
Kleinzoon Lodewijk was om te zien een woeste rossige man. Een soort Vincent van Gogh. Hij maakte ook een zelfportret als was hij Van Gogh. Begon in Parijs, 1910-1914, waar hij Picasso en Henri le Fauconnier, de grondleggers van het kubisme ontmoette en Mondriaan introduceerde in internationale kunstcircuits. Ook introduceerde hij zijn schildersvrienden uit Nederland bij de beroemde collega’s in Parijs: Piet Mondriaan, Jacoba van Heemskerck, Leo Gestel, Peter Alma, Else Berg, Jan Sluijters en Otto van Rees werden hierdoor beïnvloed. Zelf verliet zijn kubistische stijl rond 1913. Zijn Franse landschappen vind ik heel mooi krachtig.
Toen hij terugging naar Nederland veranderde hij heel erg van stijl en ging hij katholieke religieuze kunst maken. Jan Toorop deed dat volgens mij ook. Ik vind dat ook heel mooi en voel me er wel verwant mee. Natuurlijk nam ik weer de catalogus mee on na te genieten. Helemaal lezen gaat niet, af en toe een stukje. Maar het herbeleven van de kunstwerken is heerlijk. Er hingen ook veel tijdgenoten / vrienden. Die mis ik in het boek.
Voor wie meer wil weten:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten