zondag 4 februari 2018

Doen en laten

De uitgeefster van mijn boekje met de tekeningen van Japanse schonen is al een tijdje uit de roulatie. We appen tegenwoordig regelmatig. Daar delen we kleine vreugden in het leven: tekeningen, muziek, boeken. Eens per jaar of per twee jaar drinken we samen een kopje koffie. Zo’n heel voorzichtige poging tot vriendschap. De laatste keer dat we koffie dronken vroeg ze of we een keer samen naar een klooster zouden. Ik vond dat verzoek een grote eer. Ze is een verlichte geest van reformatorische komaf die in het reformatorische is gebleven, domweg omdat het haar Umfeld is. Heel anders dan die ik zo gauw ik kon weggerend ben en na veertig jaar afschuw iets van waarde terugvind in de katholieke liturgie en in af en toe een weekendje in een kloosters.

Vorige week appte ze dat ‘haar’ laatste boekje was verschenen: De liefde achterna. Leefregels van Franciscus. Ik bestelde het en vertelde haar dat ik al haar heiligenlevens gekocht had en toe schreef ze terug: ‘Ik hou van je.’ Dat was wel weer een bijzonder momentje.

Inmiddels heb ik het ontvangen. Het ziet er net zo uit als mijn eigen boekje, het is door dezelfde opmaker opgemaakt. Een Grunninger. Wat me herinnert aan mijn tocht indertijd naar het Grunninger hogeland, omdat ik niet zo blij was met zijn kleurgebruik in mijn boekje en ik daar heel erg andere opvattingen over had. Uiteindelijk kreeg ik toestemming om max twee uur met hem te werken en hem te overtuigen van mijn idee. Drie uur heen en drie uur terug. Hij was niet erg spraakzaam. Maar wat ik wilde lukte.

Nu is het zondag. Ik werd wakker nadat de Domkerk al begonnen is dus doen we maar ons bezinningsmomentje thuis op de bank. Tijd voor dit boekje. Het is wat minder persoonlijk en toegankelijk geschreven dan de eerdere boekjes als ‘Leven met Hildegard von Bingen’, ‘Leven met Ignatius’, ‘Leven met Augustinus’, ‘Leven met Dominicus’. Maar er staan wel mooie dingen. Zoals het inzicht dat de levensregels waarbij je dingen moet láten bedoeld zijn om je meer ruimte te laten ervaren. Als je niet altijd maar actief ben is er meer ruimte voor aandacht voor je binnenwereld. De vraag is soms niet: wat moet ik dóen, maar wat moet ik láten? En dan hebben we het ‘verbod’ op liefdesrelaties in kloosters, dat niet per se anti seksualiteit zou zijn maar vooral omdat exclusieve relaties binnen of buiten de groep het bedoelde gemeenschapsleven in de weg staan. Hoe dat verbod en andere verboden zich in de praktijk ontwikkelden is weer een ander verhaal.

Alle die leefregels doen natuurlijk onmiddellijk denken aan alle geboden en verboden uit mijn jeugd. De verplichte kerkgang en de zondagsrust. De ongemakkelijke gesprekken bij de koffie over de preek, om maar wat te noemen. En hoe staat het met je geloofsleven. Misschien was dat ook allemaal wel bedoeld als ruimte maken voor spiritualiteit.

Maar het lezen over de Franciscaner leefregels vind ik nu wél boeiend, omdat ze nogal overeenkomen met mijn eigen levensinzichten van nu.

Geen opmerkingen: