Koor gaat niet door. Er zijn maar liefst zeven afmeldingen waaronder twee positieve zelftesten. Ik hoor het de afgelopen week meer, de positieve zelftesten. Mensen zijn niet erg ziek maar wel vijf dagen in isolatie. Corona: het voelt heel ver weg, maar het is nog niet voorbij.
Zo’n dag. ‘s Morgens rijd ik voor de Buurt Taxi, zeven ritten, ‘s middags herschrijf ik mijn artikel over Museum Arnhem (want Zwaze vindt de ingeleverde versie niet goed), ik kook Salade Niçoise, ik gieter hier en daar, en Bobby gaat naar volleybal.
Wat zal ik doen? Maar even naar de volkstuin. Dat heb ik nog niet gedaan: ‘s avonds naar de volkstuin. Het toegangshek is ‘s avonds op slot, maar met sleutel kun je er wel in en er zijn nog best wat mensen. Sommigen eten op de tuin, anderen komen even gieteren. Misschien zijn er ook wel die er overnachten.,
Ik besluit mijn één-bij-één-akkertje’ achter mijn huisje uit te gaan breiden. Het is daar een enorme bende met onkruid en brandnetels en St Janskruid-struikjes. Ik zal die planten niet missen en heb behoefte aan meer orde. Moestuinieren geeft structuur. Dus ga ik een uurtje spitten. Noeste arbeid.
Ik heb een nieuwe buurvrouw daar, die in zo anderhalve maand tijd haar tuin die totaal overwoekerd en niets was heeft omgetoverd tot een creatieve wils- en daadkrachtige moestuin. Ik voel me haast verpletterd, zo’n harde werkster, en ze weet er ook zoveel van. Ze zal mij wel aartslui vinden. Maar ik vind het uiteraard ook prachtig en inspirerend.
Als ik thuiskom van de moeste arbeid is er een bericht van Zwaze dat het stuk over Arnhem nu veel en veel beter is. Gelukkig maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten