zondag 31 maart 2019

Noordse sferen

Mijn oudste nicht - ook woonachtig te Utrecht - zingt in een projectkoor en treedt vandaag op in de Lutherse Kerk met muziek uit Scandinavië, Estland, IJsland. Liederen over de natuur, religieuze liederen, afscheidsliederen en volksliederen. Heel erg mooi. 

Ooit waren Bobby en ik te Zweden en hoorden we het schitterende Kammerkör uit Göteborg (Zweden), en dit doet er in de verte aan denken. Wat is noordelijke muziek toch mooi. Ik ga het suggereren aan onze repertoirecommissie en dirigente. Niet dat er dan wat van komt, want je moet bij zo’n suggestie natuurlijk meteen de bladmuziek voor louter vrouwenstemmen bijleveren, maar toch. 

Ik krijg wel een enorme drang om tenor te mogen zingen. Dan voel ik me trefzekerder dan als alt.





Te laat

Een bericht van het UWV in de Berichtenbox. Ik word altijd een beetje zenuwachtig van de mailtjes van het UWV, dat er een Bericht is. Stuur dat bericht toch meteen! Maar nee, je moet eerst naar hun site, dan inloggen met je DiGiD, en dan raak je de weg kwijt want het is nogal een klantonvriendelijkheid site, helemaal ingericht volgens hun eigenste woud van regels. Enfin, het bericht was een standaardmededeling, dat ik in maart te weinig had gesolliciteerd en of ik mijn rechten-en-plichten wel kende. Dat je gekort kan worden als ik niet genoeg solliciteert, of zelfs stopgezet. Dreigende taal. Hu!

Het bericht besluit met twee opties: óf uitleggen waarom ik te weinig gesolliciteerd had óf alsnog een sollicitatie opgeven die ik blijkbaar vergeten was op te geven. Het is of of. Na veel zoeken lukt het me om een sollicitatie te antedateren, waardoor ik er ineens weer genoeg in maart heb. En dan kan ik ook nog uitleggen dat Schoonmama is overleden en dat het doorgeven er daardoor bij ingeschoten is. De volgende ochtend om 08u heb ik een persoonlijk ondertekende UWV-condoleance in de berichtenbox. Er werken daar toch ook echte mensen. Regelmatig zie ik een vacature voorkomen van de communicatie-afdeling van het UWV, die zoeken mensen om de communicatie klantvriendelijker te maken. Ik krijg ook vaak klantonderzoek-mailtjes van ze. Of ik tevreden Maar het hele UWV-systeem is zo klantonvriendelijk, je kunt niet eens iemand bellen, daar is geen beginnen aan.

Deze zondagochtend zomertijd ga ik er maar weer een schrijven, dan zit ik voor de komende weken alweer op de helft. Dat geeft toch wat ontspanning. Het rare is: elke keer vind ik het léuk om te solliciteren en hoop ik dat ik uitgenodigd wordt.

zaterdag 30 maart 2019

Spruit

Gelezen: ‘Een dag om aan de balk te spijkeren’ door Rinus Spruit. Ik wist van het bestaan af, een ongewoon boek van een beetje een bijzondere Zeeuw, maar ik had geen idee of het me zou aanspreken. Hoewel zijn uitgeverij Cossee wel garant staat voor boeken die ik mooi vind. Het is zijn tweede boek, tweede van drie boeken nu. De eerste twee zijn in het Duits vertaald. Het lag bij de bibliotheek. 

Hoofdpersoon van dit boek is Maarten Rietgans, boerenzoon van het Zeeuwse platteland. Heeft allerlei baantjes, beroepen, eerst bij de Boerenleenbank, dan als verpleegkundige, in de psychiatrie, als buschauffeur, als fotograaf. Hij voelt zich nergens thuis, is veel te verlegen, en neemt overal weer snel ontslag. Hij is te bescheten om een meisje aan te spreken en zoekt daarom contact via contactadvertenties, maar dat wordt ook bijna nooit wat. Het is allemaal heel droog opgeschreven en daardoor soms grappig soms ontroerend. Je kunt er je eigen wijsheid op loslaten, op zo’n leven, de goede raad ligt voor grijpen, maar daar verandert zo’n leven niet door. De onmacht om er iets aan te doen. Het is zoals het is. En misschien is het goed zoals het is. Ja een mooi boek. Het schijnt nogal autobiografisch te zijn. Er zijn nauwelijks interviews met Rinus Spruit te vinden. Een paar korte op de regionale Zeeuwse televisie. Het geen man die makkelijk praat. De uitgeefster zegt dat de kracht van zijn boeken over het kleine leven in het kleine Zeeuwse dorp ‘het universele verhaal’ is.

Ik lees het op een stille dag zonder al te veel dadendrang. Op zo’n dag komt zo’n ook extra binnen.

vrijdag 29 maart 2019

Bébé’s

Het is ineens práchtig lenteweer als ik aankom te Oosterbeek. Nichtje en Bébé1 zijn buiten, maar eigenlijk raadt Nichtje dat af, want Bébé1 is sinds kort gespecialiseerd in weglopen en in het openen en op slot doen van alle deuren, hekjes en sloten. 

Ze zijn dol op voorlezen, en favoriet is Betje Big van Dick Bruna, zeggen ze, maar als ik voorlees lopen ze weg naar een andere bezigheid.

Bébé2 eet bij de lunch maar drie stukjes brood, en indachtig de vorige keer toen ze een uur brulde doe ik er nu meteen maar zoete pap achteraan. Dat blijkt een heel wijs besluit.

Mijn eerste oppasdag was drie-en-een-halve week geleden. Ik stuurde selfies van mij en de Bébé’s naar deze en gene. Die nacht erop overleed Schoonmama. Nu is het een vredige lentedag vol jong leven. Bébé kijkt begerig naar de wereld buiten het hek, met allemaal mensen en kindjes en hondjes. Daar wil zij heen. De volgende keer gaan we oefenen in uit wandelen.

Tiet

Mijn artikel over de Hongaars-Mexicaanse fotografe had ik even ter check naar Hani501 gestuurd, die het mooi vond en wel tig vragen ter verduidelijking stelde. En ze schreef erbij dat ze de uitdrukking ‘de rijkgevulde tiet’ erg mooi vond. 

Dan stuur ik het definitieve stuk naar Zwaaze, die de eindredactie doet en het publiceert. Ze vindt het ook mooi stuk, maar als ik het nog even nalees blijkt ze het woord ‘tiet’ door ‘borst’ vervangen te hebben. Why? vraag ik, Wat is er mis met tiet? Doe tiet!

Maar Zwaaze vind tiet niet kunnen. Ze vindt het een negatief woord en niet passen bij deze trotse vrouw. Ik vind het een stout woord, zeg ik, beetje volks, dat net even de aandacht trekt. Nu het weg is voel ik me een beetje gecensureerd. Ik weet het: over smaak valt niet te twisten. Hoe erg is erg. Ik heb nu wel de neiging om een hele verhandeling over dat woord en die foto te beginnen.

In de avond behandel ik de kwestie tiet/borst uitvoerig met Peeq. Peeq is het met Zwaaze eens. En we mijmeren over het verschil als je geliefde zegt: ‘Wat heb je mooie borsten’ en ‘Wat heb je lekkere tieten’.

Proppen

Steeds vaker hoor ik mijzelf vragen bij het Journaal: ‘Mag het geluid wat harder?’  En deze en gene om mij heen begint met het onthullen van - hele kleine onopvallende maar toch - gehoorapparaten. De verschillende opticiens en audiciens adverteren zich suf. Dus ik ook maar eens naar de Specsavers, waar het audicien-jongmens bij mij een uitgebreide test doet en een sterk verminderd gehoor én een prop constateert. Volgens hem moet ik eerst naar de huisarts om de oren uit te laten spuiten, en dan naar de KNO-arts. 

Bij de huisartsenpraktijk zeggen de assistentes dat ik het oor eerst drie dagen met (zonnebloem)olie moet druppelen om de oorprop zacht en los te krijgen. Maar du moment dat ik olie in mijn oor druppel hoor ik niets meer. Dat is raar. Je ziet bewegende monden, en dat is het dan. Het communiceert best moeilijk.

‘Wat een onzin, die olie’, zegt Zus3 in MeckPom door de telefoon. ‘Hier te Duitsland doen ze dat niet, hier doen ze het gewoon gewoon met warm water.’ Dus doe ik dat ook maar. En dan krijgt de doktersassistente de prop niet weg. ‘Ja’, zegt ze licht geïrriteerd, ‘als u ook niet met olie gedruppeld hebt...’ 

Ik krijg twee extra dagen. Toch maar oliedruppels in het oor. Doof ja. Bij het koor kom ik amper mee. Ik maak mezelf niet erg geliefd als ik aan de buurvrouw vraag: ‘Zing jij eigenlijk wel?’ 

Vanochtend vraag ik aan de assistente wat de volgende stap is als de prop er nog niet uit gaat. De tweede keer gaat het altijd goed, zegt ze vol zelfvertrouwen. En inderdaad. En er is niets te doen tegen proppen, zegt ze laconiek. De een heeft het, de ander niet. Oorsprays helpen niet. Af en toe even laten uitspuiten. Dit was dus fase 1. Wordt vervolgd.

donderdag 28 maart 2019

Thee

Ik heb sinds deze maand een nieuw doel voor de buurtwandeling: Theeschenkerij De Oogst. Zij is sinds begin deze maand gevestigd op het terrein met de moestuinen in Oud Zuilen. Als de zon gaat schijnen gaat het vast een succes worden, maar nu is het nog even moeilijk met de klandizie. Aan mij zal het niet liggen: ik ben al drie keer geweest. Ouderwetse theeserviezen, theepotjes, allerlei soorten thee, een paar zelfgebakken taarten, lekkere broodjes, en heel gezellig.

Toen ik las dat er een Theeschenkerij kwam had ik de eigenares gemaild of mijn groentetekeningen er misschien mochten hangen, die tenslotte op de moestuin daar geconcipieerd zijn, maar ze reageerde een beetje lauw. Inmiddels snap ik wel waarom. Er is helemaal geen plek voor schilderijen aan die wanden. Inmiddels worden we al bijna beste vriendinnen. Ik ben tenslotte een van haar vaste klantjes.

woensdag 27 maart 2019

Nu is het echt

Ons plantsoen wordt over ruim 14 dagen geopend. En dan heet het officieel Park. Er worden ineens nog allemaal plantjes geplant. De wethouder komt. En er komt een informatiebord. Met een informatiebord is het echt. Ik ben heel trots. Jammer dat er op het bord geen plek is voor de historische foto's, eind jaren vijftig, toen de vijver gegraven werd. Ik wilde gewoon te veel. Zo is het goed. Het park is nog lang niet klaar, er wordt nu gewerkt aan een brug. Maar het Speelbos aan de Vecht is wel klaar. 

Kati Horna

Vanwege dat ik naar het Kersenbloesempark in het Amsterdamse Bos ging, ging ik eerst naar het Cobra Museum in Amstelveen, alwaar een tentoonstelling hangt met het werk van de (pers)fotografe Kati Horna (1912-2000), joods, geboren als Katalin Deutsch Blau in Hongarije. Ze studeerde in 1931 in  Berlijn, keerde in 1933 terug naar Boedapest, waar een een volksopstand tegen het stalinistisch bewind aan de gang was.  Ze vluchtte toen naar Parijs, en kwam van daaruit terecht in Spanje waar ze de Burgeroorlog fotografeerde. In oktober 1939 kon ze mee met vele duizenden Spanjaarden naar Mexico. Daar bleef ze tot haar dood in 2002.

Ik kwam bij de expositie ‘Kati Horna. Compassie en Engagement’ terecht, omdat ik getriggerd was door een foto in de krant van haar van twee vrouwen van wie één haar baby voedde aan een rijkgevulde tiet. De foto is genomen in Almería in 1937 tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Vluchtelingenleed is van alle tijden, mensen van huis en haard verdreven, op weg naar het onbekende, geen weg terug. Kati Horna kende het van binnenuit en fotografeerde vluchtelingen altijd met respect en waardigheid. De expositie maakt duidelijk hoe zeer de media veranderd zijn en ook het vak van persfotograaf. Tegenwoordig zijn veel foto’s op internet gemaakt door amateurfotografen, er zijn steeds minder papieren media, er is steeds minder geld voor professionele fotografie.  

De tentoonstelling ‘Kati Horna. Compassie en Engagement’ opent met een paar foto’s van kinderen op de rug gefotografeerd aan de oever van de Donau. Ze zijn veelzeggend. Zo (schijnbaar?) vredig als het leven kan zijn op het ene moment, zo wreed verstoord kan het raken door onderdrukking en oorlog. Mensen raken noodgedwongen op drift en daar is geen houden aan.

Thema’s in haar werk zijn mensen: vluchtelingen, soldaten, psychiatrische patiënten. Ze maakte ook veel collages en fotomontages met maskers en poppen. Dit geïnspireerd door haar opleider in Boedapest de fotograaf Józcef Pécsi. Bekendheid verwierf ze in haar Spaanse jaren waar de Spaanse Republikeinse overheid haar de opdracht gaf om de oorlog te fotograferen. Ze werd er redacteur van het Spaanse tijdschrift Umbral waar ze haar echtgenoot José Horna leerde kennen, ook fotograaf. Toen de Burgeroorlog verloren was vertrokken ze naar Parijs en toen naar Mexico, waar ze tot het eind van haar leven bkeven wonen. Ze werd een van de meest actieve fotografen van de stad, haar foto’s werden rijkelijk gepubliceerd en ze maakte deel uit van de intellectuele elite met surrealistische kunstenaars als Leonora Carrington en Remedios Varos.

Kati Horne is representant van een generatie Hongaarse fotografen die in de jaren dertig gedwongen waren hun land te verlaten. Tot die generatie behoorden ook Eva Besnyö en Ata Kando die zich in Nederland vestigden. Van hen is ook werk te zien. Voor alle drie geldt dat ze hun camera inzetten als politiek wapen voor een betere wereld. 

dinsdag 26 maart 2019

Japanse sferen

Op een Amsterdamse site lees ik over het Kersenbloesempark in het Amsterdamse Bos aan de Amstelveense kant, waar Japanners in groten getale zitten te picknicken en selfies te maken. Het was er zondag zwart van de mensen.  Dat lijkt me een leuke bestemming voor de dinsdagmiddagwandeling met Will. We spreken af in een etablissement in Bovenkerk, tegenover de katholieke kerk die vorig jaar is afgebrand. ‘Help ons uit de brand’ staat er op een spandoek. Goede slogan. Nu het geld nog.

Het is een heel bizar parkje, dat Kersenbloesempark. Een cirkel met drie rijen bomen en een rond grasveld in het midden. Allemaal Japanners die selfies lopen te maken. En Nederlanders die Japanners lopen te fotograferen. En dat tussen die hysterische kersenbloesems. 

Er is een Nederlands echtpaar dat zich omkleedt in kimono’s en van elkaar oneindig veel foto’s gaat maken. Voor een Japanse cursus ofzo. En dan is er weer een oude man die stiekem hén gaat fotograferen, uit de categorie oude-mannen-die-van-geisha’s-houden. 

maandag 25 maart 2019

Memphis

En dan is er ineens geen houden meer aan. Het tekenpropje is losgeschoten. Hier hebben we Memphis Depay. Ja ook ik kijk naar de kwalificatiewedstrijden voor het EK. Ik heb hem even gegoogeld en hij komt uit Moordrecht, met een Nederlandse moeder en een Ghanese vader, die het gezin verliet toen Memphis vier was. Hij draagt de shirtnaam Memphis, en niet Depay, omdat hij liever niet zijn vaders naam draagt.

De stermagnolia

Vandaag heb ik een telefonisch interview met een dirigent over hedendaagse madrigalen. Dat is ook geen sinecure. Hoeveel tijd heeft u, vraag ik, en hij heeft een half uur. Als dat maar genoeg is, denk ik, maar langer dan een kwartier weet ik het gesprek niet te rekken.

Als alle zaken gedaan zijn vraag ik mij af of ik naar de film zal of zal ik mij op mijn kapelletje zal opsluiten. Deur dicht. Ik besluit thuis te blijven en - oude - madrigalen te draaien.

En dan komt er een stermagnolia. Het is raar om zo lang wekelijks een tekening gestuurd te hebben naar Schoonmama, en haar telefoontjes daarna, en de gesprekken met haar bezoek over mijn 'galerie' op haar kleerkast. Waar vind ik nu de motivatie  om te gaan tekenen. Ik wilde haar blij maken.  Hoe moeilijk alles ook is, et is altijd ook iets om je over te verheugen.

Nu moet ik een nieuwe drive vinden: niet meer Schoonmama, maar nu mijzelf blij maken. Ook met een stérmagnolia. Ik was altijd nogal kritisch op de stermagnolia, die ik maar bleekjes vond afsteken tegen de roze magnolia. Maar gisteren was ik ineens verrukt van mijn ene stermagnolia-bloem in onze achtertuin.

We kunnen concluderen: een stermagnolia tekenen en madrigalen luisteren zijn wel een geschikte manier om weer een beetje blij te worden.

Mons

Het is toch gelukt om een stuk over de surrealist Giorgio de Chirico  in het Museum voor Schone Kunsten in de Waalse stad Mons (Bergen) te maken.  Ik twijfelde of het zou lukken, omdat alle info daar in het Frans was.

Dat is wel fijn, want door alle dingen van de afgelopen weken zijn alle routines (zoals wekelijks een stuk voor Museumkijker) er uit gesleten. Ik ben nog steeds een beetje ontheemd over mijn weekindeling. Die ene dag in de week naar Vlaardingen en daar omheen als het kon een museumbezoek geplakt. De tekeningen die ik voor haar maakte. Nu is alles weg en diffuus en denk ik: Moet ik de lege tijd weer vullen of moet ik het groter maken en een week in mijn eentje in een caravan? Of in een klooster? 

Enfin, het stuk over De Chrico doet me wel weer goed. Hani501 was me trouwens net voor met een stuk over een hedendaagse kunstenares Rolina Nell over klederdrachten, en wel in een museum te Harderwijk, erg verrassend en geestig werk. Dus ik moest even wachten op mijn publicatie, maar nu staat-ie er weer. Yes.

zondag 24 maart 2019

Panko

Om de wezenloosheid te verdrijven zoek ik een leuk recept. Heb erge zin in witlof. Bij AH vind ik een recept met witlof, winterwortels en spekjes, gegratineerd met panko, kaas en hazelnoten en rozemarijn. Panko? Nooit van gehoord. Het ligt op de afdeling Japans, het is broodkruim. Soort paneermeel. De kaas wordt natuurlijk light evenals de kookroom. Heerlijk eten, echt een aanrader.

I.M.

Bijschrift toevoegen
De kerkdienst in Maassluis waarin Schoonmama hedenochtend herdacht wordt begint al om 09.30u. En van de kerk willen ze ook graag haar kerktelefoon terug. Zo rijden we om 08u alweer naar het westen. Het zou toch disrespectvol zijn als we er niet bij waren.

Het is de kerk waarvan ik altijd dacht dat Schoonmama zich er niet thuisvoelde. Maar ik heb er nooit over doorgevraagd. In de glorietijden van de jaren zestig was deze Immanuelkerk van de Maassluise gereformeerden, en sinds toen jaar geleden de gereformeerden en hervormden fuseerden tot PKN werd Schoonmama’s hervormde kerk afgestoten. 

We hadden het nooit over het geloof, behalve dan dat. Bobby altijd grapjes maakte dat ze op die lelijke CDA-voormannen stemde. Buma. Een keer logeerde ze aan de Zeeburgerdijk in Amsterdam en toen namen we haar mee naar de H. Mis in de Nicolaaskerk. Dat vond ze prachtig en sindsdien keek ze op zondagsochtend altijd naar de eucharistieviering. 

Het afgelopen jaar vroeg ze me af en toe bedankjes naar de dominee mailen, voor in het kerkblaadje. Voor lieve kaartjes en voor de bloemen. Dus ze hoorde er nog wel bij.

De Immanuelkerk is een grote jaren vijftig kerk met binnen een opvallende paars-en-lila kleurstelling, consequent doorgevoerd tot in het beamergebeuren aan toe. De dominee leest na de preek een kort IM over Schoonmama voor en dan mogen Bobby en ik het kruisje met haar naam aan een paars spijkertje hangen. 

We worden na afloop van de dienst volop gecondoleerd. Er zijn allemaal mensen die haar ken(d)en. Het is goed dat haar naam daar hangt en dat we erbij zijn. Ik maak een foto en stuur die aan Bobby’s zus te Istanbul. Zijn zij er ook een beetje bij.

zaterdag 23 maart 2019

Strand

Dagje naar Den Helder. Wat is strand / dijk Den Helder toch heerlijk. Wat woon ik toch ver van het strand. Met de bolide is Den Helder 1.25 u reizen, met de trein 2.30 uur. Toch ga ik met de trein. 

Wat een licht. Uitzicht vanaf de dijk op zandbank en Texel in de middagzon.

De moestuin

Gelezen: Moord op de moestuin van Nicolien Mizee. Na De halfbroer die ik in de Ardennen las. Ik was niet zo informatief mededeelzaam over dat boek, zie ik als ik mijn blog erover teruglees. Ik had het meer over  de verrassing over en de herkenning met Mizee dan over de inhoud van het boek. Ze schrijft licht spottend autobiografisch. Heerlijk natuurlijk. In dit nieuwe boek krijgt haar kersverse echtgenoot een paar dagen na de trouwdag een hartaanval en is er daarna nog weinig van hem over. Haar zus en zwager halen hen over om een paar maanden een soort boswachtershuisje te huren en daar buiten te relaxen. Het huisje blijkt bij een landgoed te horen waar jeugdvriendinnen van het wonen met hun oude moeder. Een deel van het landgoed is on gebruik door moestuinierders. Het is een boek vol wonderlijke personages en plotten, vol nutte en onnutte informatie. En natuurlijk de nodige lijken, in die zin is het een soort Agatha Christie. Met de echtgenoot gaat het wel steeds beter in dat boswachtershuisje waar (voor hem) geen zorgen zijn over buren die een te grote uitbouw willen. Er is alleen dat ecosysteem met die toevallige wonderlijke types.

vrijdag 22 maart 2019

Fysio

Tijd om het PHPD-vraagstuk weer eens aan te pakken. Ik maak een afspraak met het Handencentrum, een fysiotherapiepraktijk gespecialiseerd in handen en armen. Door het overlijden van Schoonmama en het Ardennen-weekje weg is de Chinese acupunctuur-dokter een beetje uit beeld geraakt. Zijn behandeling deed de stekende pijn in de schouder wonderwel verdwijnen, maar niet die in de elleboog. Bovendien versta ik hem nogal slecht, dus ik weet het niet. En zijn afgrijselijke kruidenthee à €45 euro per week heeft ook weinig effect. 

Toch word ik een beetje zielig en sikkeneurig van de aanhoudende pijn. De huisarts, die had gezegd dat het géén tenniselleboog was - maar verder kon hij er geen chocola van bakken - geeft me nu een verwijsbrief naar het Handencentrum. Alwaar een volle wachtkamer met veel jonge mensen.

Ik krijg een vriendelijk fysiojongmens toegewezen die eerst diagnose moet stellen. Hij komt er ook niet uit, maar uiteindelijk meent zijn meer ervaren compaan dat ik wel degelijk aan een tenniselleboog lijd. Ze moeten kunnen constateren dat het probleem in het bewegingsapparaat zit, zo niet dan moet ik terug naar de huisarts. De wonderlijkste constatering van de meer ervaren compaan is: ‘De leeftijd en de sekse zijn de juiste.’ Dus nu heb ik toch een tennisarm en wat oefeningen om de spieren die het betreft een beetje op te rekken.

Nu moet ik ergens een gewichtje scoren van 0,5 kg (hij suggereert de Action) en dan oefeningen doen. Oefeningen van de fysio vind ik moeilijk te onthouden. Ter plekke denk je: logisch, en vijf minuten ben je het kwijt. Hij heeft geen tekeningen.

donderdag 21 maart 2019

Politiek

De uitslagen van de Provinciale Verkiezingen zijn onverdraaglijk. Als ik thuiskom van koor staat op tv Thierry Baudet al eindeloos glunderend te zwatelen. Wat zegt die man eigenlijk? Veel verder dan ‘ze zeiden dat het niet kon, maar kijk, het kan wel’ komt hij niet. Waar staat hij eigenlijk voor. Wanneer knipt de regie hem eindelijk uit? De verbijstering is weer even groot als toen met Pim Fortuyn. Wie stemt nou op zo’n man.

De kranten vandaag zijn ook op zoek gegaan naar een antwoord op de vraag waar-staat-hij-eigenlijk-voor. Veel verder dan dat hij tégen het establisment is, tégen het klimaatakkoord, teggen immigratie en tégen Europa kom ik eigenlijk niet. 

De analyses van Baudets zwatelspeech vliegen je om de oren.


woensdag 20 maart 2019

Cum Sanctu Spiritu

Voor vanavond moet ik 'Cum Sanctu Spiritu' uit het Gloria van Vivaldi instuderen. Help.  En de afgelopen twee weken dat i er niet was heb ik ook al het 'Qui Tollis Peccata Mundi' en 'Qui Sedes ad Dexteram Patris' gemist. 

De dirigente heeft deze week niet ingezongen maar elektronische midi-files gestuurd. Afschuwelijk vind ik die. En ze zijn op de een of andere manier ook nog kapot en niet af te spelen. Daar krijg je dan weer apparatenstress van.

En dat met al die onbedaarlijke hoestbuien.

Ik ben niet de enige die het Cum Sanctu Spiritu moeilijk vindt. De muziek cirkelt maar rond, als je even de weg kwijt bent is het moeilijk terug te vinden waar we zijn. Het is polyfonie, zegt de dirigente stralend.

dinsdag 19 maart 2019

Thuis voelen

Terwijl de stad en het land aan het herstellen is van de aanslag en wij ons herstellen van een verlies van de oude (schoon)mama en een weekje ziek in een huisjespark, herneemt het normale leven zich weer. Ik krijg een bzorgde mail van de Australische vriendin van afgelopen september. Het bijkomen is hier toch anders dan in Christchurch Nieuw Zeeland waar een Australische rechts-extremist in een moskee is gaan schieten. Hier moeten we ons verhouden met een verhaal dat ergens tussen terrorisme, criminaliteit en psychiatrie en verslaving in hangt.

Ik ga na twee weken afwezigheid weer naar de Zender waar ik nu anderhalve maand ofzo actief voor ben. Het is een hele uitdaging. De Zender is een grote vrijwilligersorganisatie met een lange geschiedenis en een gegroeide wijze van werken met veel mensen en ongeschreven wetten en regels. Aardige mensen, gek van bijzondere muziek. Wel een hele uitdaging  om in dit universum je weg te vinden.

Om mijn cv te verbreden heb ik een paar doelstellingen geformuleerd waar ik nu aan werk. Die zijn: een nieuw onderwerp leren kennen en een nieuwe organisatie, en meedoen. Thuisvoelen. Vandaag zeg ik desgevraagd tegen de directeur dat ik nog niet zo goed weet of ik het wel leuk vind. Dat het een beetje veel zoeken is en zwemmen. Dat ik graag wat leiding en feedback zou willen. Dat ik graag zou weten of hij het leuk vindt en de moeite waard wat ik doe en maak? Of hij wellicht wat suggesties voor me heeft.

En dapper voort maar weer.

Back home

Dat is raar thuiskomen. Een aanslag op een tram in de Utrecht. Net voorbij Antwerpen kom ik er achter omdat Aline op Facebook schrijft dat ze veilig is. Huh? Het AD heeft de eerste berichten. Bij Hazeldonk hebben we Nederlandse radio. Tot en met thuis. Er is weinig bekend, maar toch moeten ze radio maken. Radio is bij een incident als dit de beste vorm van nieuws. Verslaggevers ter plekke. Utrechters moeten binnen blijven. Je stelt je er de mogelijkheid van allerlei wilde achtervolgingen en gijzelingen bij voor. En ondertussen rijden wij gewoon naar huis en pakken we de tassen uit.

En dan honger naar meer informatie, de hele dag door. 

De dader is gepakt op de Oudenoord, recht tegenover daar waar Bobby vroeger woonde. Zijn oude buurvrouw heeft daar dus rond zessen eersterang gezeten.

zondag 17 maart 2019

Weissensee

Ik had een proefabonnement op Netflix genomen om de serie ‘Grace and Frankie’ te zien en hij duurde eindeloos, en verloor in de loop der seizoenen wel war van zijn oorspronkelijke esprit, maar nu ben ik vrees ik verslaafd aan de Duitse serie ‘Weissensee’. DDR 1980. True love tussen enige leden van een Stasi-familie en dissidenten. 

Er is hoop

Toen ik begin deze vakantieweek nog buiten kwam was er een keer een straaltje zon. Wat ziet het er dan idyllisch uit. In de folders staan plaatjes van genietende mensen die wandelen, zwemmen en watersporten. Nu waagt af en toe een sterveling zich buitenshuis om langs het gure stuwmeer te wandelen maar die keert dan doorgaan snel op haar treden terug. Hagelbuien wandelen niet lekker. We kunnen het allemaal zien. We hadden een huisje met uitzicht gekozen. 

Het is een heel leuk hoog licht huis. Doet met zijn hoge ramen erg denken aan mijn droomwoning aan de Zeeburgerdijk. 

zaterdag 16 maart 2019

Weer


Door het bereweer buiten en het eindeloos hoesten binnen maken we in het geheel geen wandelingen, wat toch het idee was, en daardoor komt er ook geen inspiratie tot een tekening van de omgeving. Gelukkig heb ik het kolam-tekenboek bij me, dat ik in oktober in Hasselt kocht.

Als ik kijk naar wat de Tamil-vrouwen in Zuid-India aan kolams maken (Mirjam te Zuid India stuurt me er uit Zuid India wat foto’s van, en er zijn YouTube filmpjes over) is dat heel andere koek, zij doen het op de grond met rijstmeel. Heel zwierig en sierlijk. 

De kolam-patronen zijn een eerbetoon aan de vele hindoegoden. Er zijn heel veel uiteenlopende wijzen om kolams te maken, ik neem aan dat oefening kunst baart. Je maakt de kolams op grond van een puntjesraster. Het is lekker en meditatief om te doen. Deze kolam van mij is niet zo zwierig en lijkt net een jaren-zeventig-behangetje.

Bobby had twee weken geleden nog voorgesteld om deze week naar een klóóster te gaan, maar ik wilde iets gezelligs. Uiteindelijk wordt het weekje toch wel zoiets als een kloosterweekje. Op de plaats rust.

Namen

Ik heb al wel vaker in vakanties gedroomd van overvolle huizen, waar ik alleen maar over kon kermen: die mensen moeten wég! Deze nacht was het weer een onbegrijpelijke nachtmerrie. Ik had de hele nacht onbedaarlijk gehoest en was nogal stuk.

In mijn droom van vannacht was ik in een feestruimte (zoiets als we gebruikten bij de uitvaart van Schoonmama) vol familie in de breedste zin van het woord. Mijn zussen en zwagers en hun kinderen en kleinkinderen, mijn neven en nichten van vaderszijde, en de ouders en zussen en zwagers van mijn zwagers. En iedereen moest een toptien presenteren van zijn lievelingsfamilieleden. Behalve dat dat op allemaal morele kwesties stuitte (ik móest op de een of andere manier de ouders van Zwager 1 op nummer 1en 2 zetten, hoewel die al heel lang niet meer leven en ik die nauwelijks gekend heb). Maar erger was: ik wist geen een naam meer van al die mensen. Niet van de aangetrouwde families, maar ook niet van mijn achterneefjes en nichtjes. Dus ik met een A4-tje en met Google in de weer om een beetje een aardige toptien te maken, was ik op het moment dat ik aan de beurt was dat papier kwijt. Ik wist geen een naam en stuntelde en stamelde alleen maar. Niemand luisterde nog, maar ik moest het wel afmaken. Zo’n droom die niet ophoudt en waar je niet uit kunt komen. En mijn nicht uit Dordrecht kwam geschrokken meewarig hoofdschuddend op mij af: ‘Lucie!’

Wat zou Freud hiervan maken?

vrijdag 15 maart 2019

Mons

We doen een uitje naar de stad Mons (in het Vlaams: Bergen) die een uur ten westen ligt van waar wij zijn. De stad Charleroi ligt dichterbij waar wij wonen, maar dat is een oude industriestad en waarschijnlijk best lelijk. Mons is de hoofdstad van de provincie Henegouwen (in het Waals: Heinaut). Charleroi is groter, maar Mons is mooier. In 2015 was Mons Culturele Hoofdstad van Europa, zoals Leeuwarden dat in 2018 was.

Toen ik nog niet zo lang geleden met Hani501 naar Bruxelles was en we af en toe tegen elkaar verzuchtten: waarom eigenlijk Bruxelles, hadden we misschien beter Mons kunnen kiezen. Maar als het constant regent is het nergens leuk. Dat gold voor Bruxelles en geldt nu ook voor Mons. Maar in Mons zie je dat het leuk en mooi en van zichzelf is. Dat kun je van Bruxelles niet zeggen.

Liefst had ik natuurlijk vrolijke kleurige foto’s met bloemen en vrolijke mensen laten zien. Maar dat zit er niet in.

Ik ga naar het Musée Beaux Arts Mons, met een tentoonstelling over de surrealist Giorgio de Chirico, van wie ik in 2009 al eens een expositie in Parijs heb gezien. Hier hangt zijn werk samen met werk van René Magritte, Paul Delvaux en Jane Graverol. Van de laatste had ik nog nooit gehoord. En ik zie het verband ook niet altijd. Helaas is alle info alleen in het Frans. Toch kan ik deze stad van harte aanbevelen. 

Mizee

De hoestvakantie in het koude storm- en regenachtige Wallonie begint me steeds beter te bevallen. Ik ben al aan mijn vijfde boek.

En wat een heerlijk boek: De halfbroer van Nicolien Mizee. Waarom heb ik haar nog nooit gelezen? Ik voel mij enorm met haar verwant. Alleen al uiterlijk lijken we op elkaar, ze heeft lange tijd met vrouwen geleefd, ze raakt (in dit boek) getrouwd met ene Rob, en ze schrijft met veel (zelf)spot over haar en haar familie en andere intimi. Heel geestig. 

Ik had wel gelezen over haar boek met eindeloze faxen aan haar schrijfdocent, maar had nooit de neiging om die te gaan lezen. Zo gênant vond ik het idee alleen al.

Er is net een nieuw boek van haar uit, een soort Agatha Christie: Moord in de moestuin. Maar zondag was ik zo gammel dat ik geen zin had de stad in te gaan om een boek te kopen. In dit De halfbroer uit 2015 vertelt ze over haar dagelijks leven als schrijfster, een optreden in een boekhandel, haar deelname aan een redactievergadering van een literair tijdschrift,  maar vooral bezoeken aan haar ouders (vader dementerend, moeder een manipulatieve drama queen), haar bezoeken aan haar zus en haarman, haar zweverige vriendinnen, en de ontluikende relatie met een van haar (ex) leerlingen van de Schrijversvakschool. Ik heb even gegoogeld, ze is van 1965.

donderdag 14 maart 2019

Chimay

Bobby heeft op zijn verlanglijst staan om naar de Abdij van Chimay te gaan, die beroemd is om zijn bieren en kazen. Dat is een half uur zuidelijker, bijna bij de Franse grens. Ik ben een beetje humeurig vanwege het hoesten en het snuiten en de hoofdpijn en het pokkenweer, maar ga toch mee, want missen wil ik het ook niet. ‘Dan kom je weer thuis met tien kratjes abdijbier en veertig stinkkaasjes’, mopper ik. Want hij is dól op abdijproducten. Abdijzeepjes en abdijshampoo vind ik zelf ook wel erg lekker en leuk.

Sommige van die Belgische kloosters zijn commerciële wonderen met een groot restaurant en een winkel met succesvol abdijkaas, abdijbier en abdijbrood en andere abdijwinkelwaar. Zo ook dit klooster. Het klooster zelf staat een eindje verderop. In de commerciële uitspanning wordt verteld hoe de monniken in de 19e eeuw alles met eigen handen opgebouwd hebben. De gebouwen, het land, de veestapel, de brouwerij, de kaasmakerij... Ora et labora. Nu is het een bedrijf met honderden mensen in dienst dat bijna los staat van her klooster, al controleren de kloosterlingen het bedrijf nog wel op idealisme. 

Bobby die al heel wat Chimay-bier en Chimay-kaas in de plaatselijke Carrefour in Cerfontaine heeft gekocht koopt slechts een kaasbijltje .

Kolam

Gelukkig heb ik ook het oefenboek met Kolams mee. Ik heb het nog niet zo in de vingers, maar ook al doe ik maar wat: er komen onverwachte wonderschone ijle figuren uit. Ik knap er qua stemming in elk geval een beetje van op. Deze is dan maar in loving memory voor Marg, die een jaar geleden overleed. 

Les vacances

Het is zulk afschuwelijk weer (storm, regel, hagel) en ik ben zo verkouden met eindeloos hoesten dat het best moeilijk is om van de vakantie te genieten. Ik zie ook geen plaatjes die ik wil tekenen. Uiteindelijk wordt het een tekening van de stuwdam van gisteren. Dat is dan tenminste bevredigend: één tekening. Ik wil echt niet naar buiten, dus we gaan maar overdag een hout stoken in de open haard. Dat is tenminste enigszins troostrijk.

Oude bomen


Ik kijk naar een uitzending van Zembla over een voormalig verzorgingshuis in Utrecht Tuindorp Oost. Ik geloof dat de uitzending in februari werd uitgezonden. Zeker met onze eigen ervaringen met Schoonmama in de zorginstellingen rond Maassluis  raakt het onderwerp me. Dat er gewoon nauwelijks meer plek is voor oude mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Hier was ook sprake van een verzorgingshuis dat dicht moest. De bewoners, veelal in de negentig of over de honderd, mochten blijven zitten tot er nieuwbouw kwam, maar er mochten geen nieuwe ouderen meer bij en zo werd er bij wijze van experiment jongerenhuisvesting bij gezet. Dat bleek een wonderschoon experiment, zowel voor de jongeren als voor de ouderen. Er ontstond een mooi sociaal betrokken vorm van samenleven. Tot Careyn er ineens de stekker uittrok. De ouderen moeten uit de hoogbouwvleugel naar een laagbouwvleugel en de jongeren moesten weg. De jongeren zochten contact met de media en de zorginstelling Careyn verschanste zich. Hartverscheurend allemaal. 

Uitzending gemist:

woensdag 13 maart 2019

Johan


Gelezen: Onder de paramariboom door Johan Fretz. Hij won een paar weken geleden met dit boek de Boekhandelsprijs. Het is nu de vierde keer dat die prijs uitgereikt is, en ik was altijd benieuwd wat boekverkopers voor een boek zouden kiezen, anders dan de jury’s van prestigieuze literaire prijzen. Het blijken altijd boeken over maatschappelijke kwesties, hoe die uitpakken in de levens van gewone mensen. 

Johan Fretz herinner ik me uit 2010, 2012, toen de economische crisis was uitgebroken en er grote bezuinigingen waren aangekondigd, onder meer op de cultuur. Halbe Zijlstra was ineens minister van cultuur en schrapte tientallen muziek- en theatergezelschappen. Deze Johan kwam net van de kleinkunstacademie en sprak bij manifestaties. Indringende welbespraakte optredens bij Pauw & Witteman. Hij beloofde onze eigen Obama te worden, hij schreef een roman 2025 over dat hij dat jaar tot president verkozen zou zijn. Heb ik toen gelezen. 

Hij is èn cabaretier èn schrijver. Idealist. Soms succesvol en soms even niet. Nu door deze prijs ineens weer in de spotlights. 

Het is een mooi leuk boek. Hij is de zoon van een Hagenees en een Surinaamse. Moeizame jeugd, ouders in moeizame omstandigheden: alcoholist en ggz-problemen. Hij bruin met een zeer gemengde afkomst, helemaal Hollands aan wie wel iedereen vroeg ‘waar kom je vandaan?’ Voor de dit boek ging hij voor het eerst naar Suriname, hij heeft er een optreden, hij gaat een paar dagen alleen en een paar dagen met zijn moeder. Zijn hele levensgeschiedenis komt langs. Prachtig geschreven. Als hij optreedt wil je luisteren, als hij schrijft wil je lezen.

Lekker van deze week weg dat ik weer ga lezen. Weer interesse in wat anders dan mijn eigen wereld.

Stuwdam


Het weer blijft ijzig en afschuwelijk - de hele week is de verwachting - en met alle verkoudheden is het beter binnen te blijven. Dus ons weekje weg bestaat vooral uit een beetje uit het raam kijken naar de witte koppen op de golven op het stuwmeer. De verwarming doet het gelukkig weer en we hebben veel boeken mee. Er zijn heel veel wandelroutes maar is gewoon té guur om ook maar een eindje te gaan wandelen.

In het kader dat je het beste kunt omarmen waar je last van hebt maken we een excursie naar de stuwdam. Want waar zijn we! We zijn de enige deelnemers aan de rondleiding en een grappig gidsmeisje leidt ons rond. Eerst de maquette en dan het echte. Deze stuwmeren Lacs de l’Eau d’Heure zijn gebouwd in de jaren zeventig. Wij hadden ons huiswerk gedaan, wisten antwoord op de basisvragen, dus het gidsmeisje is extra gestimuleerd om te vertellen. Ze zijn hier Franstalig en hun Nederlands is nauwelijks te volgen. Erg leuk is dat. 

Als er te weinig water is in het kanaal tussen Charleroi (een Waalse fabrieksstad iets boven hier) en Brussel kunnen ze dat via deze meren bijvullen, maar het komt ook voor dat daar juist te veel water is en dan pompen ze het water omhoog naar het grote meer. Afgelopen zomer met die niet aflatende hitte en droogte moest het water in het grote meer 4 meter zakken. 

We lopen achter het gidsmeisje aan door ondergrondse betonnen gangen, gewelven, waar allemaal mineralen en stalactieten te zien zijn. Wondere kleuren in en op het beton. We gaan in hoge torens met glazen vloeren. Ze heeft claustrofobie, hoogtevrees, liften en watervrees, vertelt ze, maar toch doet ze haar gidswerk met plezier. Ze was altijd kleuterjuf maar dat werk kan ze door rugpijn niet meer doen en nu is ze gids bij de stuwdam. In de zomer op een boot, in de winter ondergronds. 

Ik had nooit kunnen bedenken dat jij zo’n excursie zou uitkiezen, zegt Bobby, die het allemaal razend interessant vindt. Ik vind het ook razend interessant, maar de informatie landt niet allemaal. Dus ik ga maar plaatjes schieten.

Na afloop tracteren we elkaar op heerlijke Belgische wafels.

dinsdag 12 maart 2019

Mea


Gelezen: Mea van Willemijn Dicke. Dat kwam omdat ik Annemiek Schrijver een interview met haar zag doen in haar interviewprogramma ‘De verwondering’. Dat was naar aanleiding van een nieuw boek van deze Willemijn Dicke - De sjamaan en ik - over haar spirituele zoektocht, maar die titel is nog niet te leen in de e-bibliotheek. Wel deze debuutroman Mea van tien jaar geleden over een oudere wetenschapster. Willemijn is nu 48, dus toen ze de roman Mea publiceerde was ze 38. De wereld van de wetenschap is blijkbaar geen fijne. In het interview met Annemiek Schrijver wordt alleen gezegd dat ze wetenschapster was, maar niet welk vakgebied of welke stad. Het was een leuk gesprek, maar ik miste de feiten en het Umfeld een beetje. Bij die fijne wat zweverige gesprekken vol wederzijds begrip met voor mij totaal vreemde personages wil ik toch graag wat journalistieke achtergrondinformatie. Ze is inmiddels ook geïnterviewd voor diverse dagbladen, dus daar is het allemaal te vinden. 10 jaar cursussen en workshops in spirituele zaken, veel boeddhisme en ook sjamanisme, maar uiteindelijk kwam ze terecht bij christelijke mystiek. En het effect is dat ze nu blijer en liever is. Kort door de bocht.

In deze roman is de hoofdpersoon universitair hoofddocent politicologie in Rotterdam. Eind in de vijftig al, vol in de overgang, alleen maar bezig met werk en veel alcohol. Wat vriendschappen met collega’s, een moeilijke relatie met haar moeder en haar dochter, soms een seksuele escapades tijdens een  congres. Het is heerlijk geschreven, leest als een trein, geestig, scherp. Maar ik mis wel iets: reflectie op wat die vrouw drijft.

Genieten

‘Geniet van elkaar’, tipt de buurvrouw die ik bij vertrek vraag om af en toe wat rouwpost op te stapelen. Dat is nu onze running gag. Bobby en ik zijn allebei nogal in de lappenmand. Veel hoesten, snotteren, keelpijn, hoofdpijn, oorpijn, spierpijn. Leeg, moe. En nu is het nog ijskoud ook. De thermostaat van het vrijstaande droomhuisje is kapot. De wind giert om het huis. Er is al een monteur langs geweest maar die lukte het niet. We moeten alle radiatoren maar op 7 zetten, adviseert hij. Dan wordt het 19 graden. 

Maar er blaast een harde poolwind over het stuwmeer recht op ons huisje. De temperatuur op de niet werkende thermostaat is in de ochtend gestegen van 14 naar 16 graden. Iets doet het dus wel, maar het is niet genoeg. Ik zet alle radiatoren maar op ‘max’. Alleen het slaapkamertje wordt een beetje warm. En wij maar van elkaar genieten.

maandag 11 maart 2019

Alles goed en wel

Gelezen: Alles goed en wel van Mirjam Oldenhave. Ik vond het in de bibliotheek. Oldenhave begon haar carrière als juf en is nu succesvol kinderboekenschrijfster (o.a. van Mees Kees) en dit is een uitstapje naar volwassenenliteratuur. Het is geestig en hilarisch en chaotisch, je vliegt erdoorheen maar het beklijft niet erg. Hoofdpersoon is een vrouw Julia die bij haar man Stan die therapeut is wegloopt als hij voor de zoveelste keer vreemd gaat met een ex-patiënte. Zelf is ze ook een ex-patiënte van hem.

Ze zoekt een woning maar dat valt natuurlijk niet mee. Een jongen helpt haar aan een tijdelijke villa, waarvan de bejaarde eigenares mevrouw Smit in coma ligt. In ruil voor wat mantelzorgtaken mag ze er gratis wonen. Maar er blijken meer mensen in en om het huis te wonen, zoals een depressieve tuinman, een meisje dat thuis mishandeld wordt, een vluchteling. Mevrouw Smit heeft tijdens haar leven voor heel veel mensen gezorgd en met die mensen moet Julia nu dealen. Het verhaal springt van de hak op de tak. Het is erg onverwacht en geestig, een soort feel good movie,

Lacs de l’Eau d’Heure

In het zuiden van Wallonië in de provincie Henegouwen tegen de Franse grens liggen vijf stuwmeren genaamd Lacs de l’Eau d’Heure. Daar wonen we nu voor een weekje. We hebben een lekker licht hoog huisje met grote ramen met uitzicht op het meer en een houtkachel en dat mag ook wel, want het is snoeikoud. 

We hadden dit weekje weg pas twee weken geleden geboekt, ongerust als wij waren hoe dat dan moest als Schoonmama ineens zou mogen verhuizen naar Maassluis. Hoewel er ook indicaties waren dat er nog tien wachtenden voor haar waren. Als dat telefoontje zou komen, dan zou dat verhuizen binnen een week moeten. 

Ik wilde eigenlijk liever naar een Canarisch eiland en zon, of naar Istanbul, maar een vliegvakantie wilde Bobby niet. Dan ga ik wel alleen, riep ik nog. Maar het werd toch de Ardennen. Een uur voorbij Bruxelles. Dan konden we als het nodig zou zijn toch naar Vlaardingen of Schiedam. 

Vorig jaar maart waren we trouwens nog dichterbij huis gebleven: naar Brouwershaven, toen in afwachting van Margs overlijden. Toen ging ik nog vandaar op en neer naar Den Bosch. Marg overleed op 14 maart. Haar zus vraagt nog of ik Marg kom herdenken, maar ik kan niet, want ik zit in Wallonië.

Al die overwegingen twee weken geleden over Schoonmama. En nu is ze er niet meer, en hoeven we haar niet meer elke avond te bellen. Ook dat is ineens een heel gemis. Bij de begrafenis zei ik tegen iemand dat ik gauw maar weer een nieuw ‘slachtoffer’ moet zoeken om mijn verwennerijen op te storten.

zondag 10 maart 2019

Voorbij

En nu is het allemaal voorbij. Er waren heel veel mensen, in de kerk, op de begraafplaats, bij het restaurant na afloop. Ik ga er niet over vertellen, uit angst dat ik oneerbiedige dingen schrijf. Het geOnzeVader en IkGeloofInGodDeVader-gemurmel aan het graf. En de mensen die niet meedoen. Bobby had een indrukwekkende speech over zijn moedertje. Het moest allemaal gezegd.

Zo’n dag is hartverwarmend maar ook overwhelming. Zoveel mensen handen schudden die ik niet ken. Dank u wel, fijn dat u gekomen bent. Ik ben Lucie Theodora, ik hoor bij Bobby, ja.

‘s Avonds eten we pizza’s en ijs bij Bobby’s zus en haar family te Leusden. De post heeft al heel veel rouwpost geleverd. Die nemen we allemaal door. Bibberige oude handschriften met lieve woorden.

Daarna gaan we allemaal ons weegs. Ik kan de hele nacht niet slapen en lig maar wat te malen. De leegte na een volle week. Als partner-van moet je zo’n week even je eigen wensen op een zacht pitje zetten. En een beetje lief en dienstbaar zijn. Ik deed het graag. Steeds als er iemand op bezoek kwam haalde ik bij de bakker mini tompouce-jes, die met smaak werden opgegeten. Dat vond ik dan wel weer leuk. Maar nu is het op. Wat nu? 

zaterdag 9 maart 2019

In Loving Memory

Het laatste jaar stuurde ik alle tekeningen naar Schoonmama. Ik printte ze op mooi papier en maakte er een dubbele kaart van. Bijna elke week wel een. Met een kwebbeltje erbij. Ze genoot daar intens van. Naarmate de collectie plaatjes op haar linnenkast groeide werd het steeds meer een conversation piece. De vogeltjes, de Bébé’s, schapen, koeien, groenten...  Een keer maakte ik een tekening van haar, maar die was niet zo goed gelukt. Vandaag probeer ik het nog een keer. Nu gaat het een beetje mis bij de ogen. Ik krijg ze niet helemaal goed. Maar toch een mooie herinnering.

vrijdag 8 maart 2019

Je haar

Rare dagen. Bobby heeft zich opgesloten op ons kantoortje om aan haar levensverhaal te schrijven. Zijn zus te Leusden doet hetzelfde. Ik zit wat te wachten.. Liever zat ik af en.toe nog even bij haar, maar daarvoor is Maassluis te ver. 

In de nacht maak ik een afspraak met de kapper. Als je haar maar goed zit. Schoonmama was zo gesteld op nette kleren en nette haren, ook al is ze er niet meer, ik vind toch dat de woestenij van mijn haar voor haar afscheid een beetje in het gareel mag. Kapper Vincent vindt t haast jammer om de woestenij weg te knippen, maar hij doet het toch. Voor Schoonmama. Als het maar netjes in de nek en om de oren is. 

Bij een pas ontdekte mode-outlet in Overvecht met mooie modemerken koop ik een blauw fluwelen colbert. Voor haar. Uit respect. 

donderdag 7 maart 2019

Gregorian Moods

Omdat er in de kerk aanstaande zaterdag geen orgel is en de dienstdoende pianist geen klassieke muziek kan spelen aan Bobby en mij het verzoek om drie muzieknummers uit te zoeken: de intrede, het meditatief moment na de preek, en de uitgeleide. Ik raak geheel in de stress van de keuzestress. Ga bij Radio4 en Yarden top 40’s van klassieke rouwmuziek zitten luisteren. Waar begin je. En hoe pak je dit aan met een compaan die alleen in cd’s gelooft. Moeten we dan al zijn 2000 cd’s bij langs? 

Als hij er eindelijk aan toe is - eerst moet haar levensgeschiedenis in grote lijnen opgezet - pakt hij een cd Gregorian Moods door de Monks and Choirboys of Downside Abbey en de eerste drie nummers die we draaien zijn meteen goed. Bij het indragen Cantique de Jean Racine van  Gabriel Fauré, na de overweging Locus Iste van Anton Bruckner. En bij het uitdragen: Ave Verum Corpus van Edward Elgar.

Zelf had ik nog Erbarme Dich van Bach in gedachten gehad, maar dat is veel te pathetisch. Het hoeft geen zware muziek te zijn, het is goed. Engelen zullen zaterdag Schoonmama naar de hemel begeleiden. Dat is onze gift aan haar. Hadden we dit met ons koor maar kunnen doen.





De cd is op Spotify hier te horen, En de cd is hier te koop.

woensdag 6 maart 2019

Rouwboeket

De uitvaartondernemer heeft een boek met Fleurop-rouwboeketten van wel 350 euro per stuk. Belachelijk! Miek en ik gaan ná ons beraad met de dominee naar de bloemist waar ik altijd de mooiste boeketten voor Schoonmama samenstelde. Daar genoot ze zo van. Hij zal een boeket maken met witte en roze bloemen en zaterdag bij de kerk afleveren. 

Op mijn verzoek zitten we ook nog een half uur bij Schoonmama in het rouwcentrum. Ik doe haar haar een beetje door de war, het zit veel te stijf gekamd. De anderen willen eigenlijk niet bij haar zitten, wat zijn mensen daar toch verschillend in. 

We praten met de dominee.  Het is weer een jubel over haar gelovigheid. Ik heb haar er nooit over gehoord, zeg ik, maar dat kan natuurlijk aan mij liggen. 

Aan het ein van de middag brengen we de laatste rouwkaarten naar een ‘Service Station’, zodat die nog donderdag bezorgd worden. En dan is het weer zo file dat Bobby en ik maar een kibbeling-menu gaan eten bij de visbakkerij aan de Vlaardingse Wilhelminahaven. En dan naar huis. De geliefde begraven betekent volle werkdagen. 

Het Postkantoor

Als je uit een protestants nest komt dan heb je bij de uitvaart altijd te maken met kerken, dominees, psalmen, bijbelteksten en meer van die zaken. Je moet gewoon een beetje dissociëren. We hebben dezelfde begrafenisondernemer als tien jaar geleden bij het overleden Schoonpapa. Een fris SGP-jongmens genaamd Patrick. Deze eerste dag gaat het om welke kerk vrij is, of de dominee kan, en de kaart. We kiezen voor de kaart de foto die ik maakte toen ik haar meenam naar de kapper. Die is recent en lief en trots.

Ik heb verder een paar doelstellingen: dat ik de komende dagen af en toe nog even een poosje ergens bij Schoonmama kan zitten, en dat er na afloop een groot welkom samenzijn is voor de mensen. Schoonmama was zo lief en belangstellend, er kwamen tot het einde toe altijd mensen bij haar. Voor diverse vijftigers en zestigers eas zij een gezinsvervangend tehuis, zo ook voor mij. Opbaren in huis doen we niet, dat huis is al driekwart jaar onbewoond. Maar we willen die mensen bedanken  en de ruimte geven om te rouwen en te vertellen. 

Het is heel speciaal om in haar huis te zijn. Al die spulletjes, papiertjes, bakjes, rommeltjes. Nu ze er niet meer is is het herinnering aan al die dingetjes van haar. Van de week gaan haar kleinzoons de kamer in Vlaardingen leegruimen en dumpen in de woonkamer te Maassluis.

Als we eindelijk weer huiswaarts gaan krijgen we een stapel rouwenveloppen en rouwpostzegels mee. Hoewel we al maanden wisten dat haar einde naderde heeft niemand ooit gevraagd waar ze haar adreslijsten bewaarde. Die kunnen we nu dus niet vinden. Onze eigen familie en vrienden kunnen we mailen. Maar de Maassluizers? Gelukkig is er de condoleance map van Schoonpapa’s begrafenis.

‘s Avonds thuis op de bank als de eerste tientallen enveloppen geadresseerd zijn praten we over het leven van een vrouw uit 1929. Haar ouderlijk huis, gloriejaren als employé bij het Postkantoor. Dat een vrouw niet meer mocht werken als ze trouwde en in een flatje werd gestopt en dat huisvrouwen elkaar de maat namen over het huishouden. Afschuwelijke tijden waren dat. Vrouwen waren huishoudsters, mannen het Hoofd van het Gezin. Het deed die vrouwen geen goed. Je kunt het je nu nauwelijks meer voorstellen. De benauwde wereld van onze moeders.  

Straks de dominee.