Tijd om het PHPD-vraagstuk weer eens aan te pakken. Ik maak een afspraak met het Handencentrum, een fysiotherapiepraktijk gespecialiseerd in handen en armen. Door het overlijden van Schoonmama en het Ardennen-weekje weg is de Chinese acupunctuur-dokter een beetje uit beeld geraakt. Zijn behandeling deed de stekende pijn in de schouder wonderwel verdwijnen, maar niet die in de elleboog. Bovendien versta ik hem nogal slecht, dus ik weet het niet. En zijn afgrijselijke kruidenthee à €45 euro per week heeft ook weinig effect.
Toch word ik een beetje zielig en sikkeneurig van de aanhoudende pijn. De huisarts, die had gezegd dat het géén tenniselleboog was - maar verder kon hij er geen chocola van bakken - geeft me nu een verwijsbrief naar het Handencentrum. Alwaar een volle wachtkamer met veel jonge mensen.
Ik krijg een vriendelijk fysiojongmens toegewezen die eerst diagnose moet stellen. Hij komt er ook niet uit, maar uiteindelijk meent zijn meer ervaren compaan dat ik wel degelijk aan een tenniselleboog lijd. Ze moeten kunnen constateren dat het probleem in het bewegingsapparaat zit, zo niet dan moet ik terug naar de huisarts. De wonderlijkste constatering van de meer ervaren compaan is: ‘De leeftijd en de sekse zijn de juiste.’ Dus nu heb ik toch een tennisarm en wat oefeningen om de spieren die het betreft een beetje op te rekken.
Nu moet ik ergens een gewichtje scoren van 0,5 kg (hij suggereert de Action) en dan oefeningen doen. Oefeningen van de fysio vind ik moeilijk te onthouden. Ter plekke denk je: logisch, en vijf minuten ben je het kwijt. Hij heeft geen tekeningen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten