woensdag 6 maart 2019

Het Postkantoor

Als je uit een protestants nest komt dan heb je bij de uitvaart altijd te maken met kerken, dominees, psalmen, bijbelteksten en meer van die zaken. Je moet gewoon een beetje dissociëren. We hebben dezelfde begrafenisondernemer als tien jaar geleden bij het overleden Schoonpapa. Een fris SGP-jongmens genaamd Patrick. Deze eerste dag gaat het om welke kerk vrij is, of de dominee kan, en de kaart. We kiezen voor de kaart de foto die ik maakte toen ik haar meenam naar de kapper. Die is recent en lief en trots.

Ik heb verder een paar doelstellingen: dat ik de komende dagen af en toe nog even een poosje ergens bij Schoonmama kan zitten, en dat er na afloop een groot welkom samenzijn is voor de mensen. Schoonmama was zo lief en belangstellend, er kwamen tot het einde toe altijd mensen bij haar. Voor diverse vijftigers en zestigers eas zij een gezinsvervangend tehuis, zo ook voor mij. Opbaren in huis doen we niet, dat huis is al driekwart jaar onbewoond. Maar we willen die mensen bedanken  en de ruimte geven om te rouwen en te vertellen. 

Het is heel speciaal om in haar huis te zijn. Al die spulletjes, papiertjes, bakjes, rommeltjes. Nu ze er niet meer is is het herinnering aan al die dingetjes van haar. Van de week gaan haar kleinzoons de kamer in Vlaardingen leegruimen en dumpen in de woonkamer te Maassluis.

Als we eindelijk weer huiswaarts gaan krijgen we een stapel rouwenveloppen en rouwpostzegels mee. Hoewel we al maanden wisten dat haar einde naderde heeft niemand ooit gevraagd waar ze haar adreslijsten bewaarde. Die kunnen we nu dus niet vinden. Onze eigen familie en vrienden kunnen we mailen. Maar de Maassluizers? Gelukkig is er de condoleance map van Schoonpapa’s begrafenis.

‘s Avonds thuis op de bank als de eerste tientallen enveloppen geadresseerd zijn praten we over het leven van een vrouw uit 1929. Haar ouderlijk huis, gloriejaren als employé bij het Postkantoor. Dat een vrouw niet meer mocht werken als ze trouwde en in een flatje werd gestopt en dat huisvrouwen elkaar de maat namen over het huishouden. Afschuwelijke tijden waren dat. Vrouwen waren huishoudsters, mannen het Hoofd van het Gezin. Het deed die vrouwen geen goed. Je kunt het je nu nauwelijks meer voorstellen. De benauwde wereld van onze moeders.  

Straks de dominee. 


Geen opmerkingen: