Overmorgen word ik 66. Ik heb niet veel gevoel bij het getal. Nog een jaar en dan krijg ik mijn pensioen. Wie ouder is dan 66 vindt iemand als mij een jonge blom. Voor jongeren ben ik een bejaarde. Zelf vind ik onze generatie niet oud en vooral leuke vrouwen.
Zondag vier ik het. Mij. Ik heb een traditie van vriendinnenverjaardagen waar vaak dezelfde vriendinnen komen/kwamen, jaar in jaar uit, levendig en gezellig. Af en toe is verdwijnt er iemand, en af en toe komt er een nieuwe erbij. Bij de vriendinnen pleit/te ik ook voor vriendinnen-verjaardagen, want zo leuk. Ze verbreden je Umfelt zo.
Dit jaar voelt het anders. Al twéé vriendinnen die er altijd bij waren zijn overleden. Marg was er altijd bij sinds 1976, Will altijd sinds 1984. ‘O weemoed weemoed bovenal…’ een gedicht van Daan Zonderland. Het zal anders zijn dit jaar, minder Amsterdam, meer Utrecht. Ik woon ook alweer acht jaar te Utrecht. Dat is niet meer kort. De jongere vriendschappen zijn minstens even waardevol. Hier en nu.
Als het verjaardagsfeestje voorbij was belde ik altijd Will om te vragen hoe het geweest was. Dan zei ze dat het heel leuk was geweest en was ik gerustgesteld.
Laatst had ik het in de Buurt Taxi met een dame van 94 over het leven als je ouder wordt. Dat er steeds meer mensen wegvallen, die onvervangbaar zijn. Hoe is dat voor u? vroeg ik. (Heb ik dit al verteld? Ik weet het niet meer.) Ik rijd haar maandagsochtends naar de seniorengymnastiek in het gemeentezwembad. Daar heeft ze een clubje. Met die mensen gaat ze ook naar concerten. Ze straalt een mengeling uit van weemoed om wat was en blijdschap om wat is.
Zo is het. Vandaag dus maar boodschappen halen. En dan terug op de zolderkamer even op de pauzestand. Tulpen tekenen. De playlist met de muziek van de uitvaart op de oren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten