donderdag 21 juni 2012

Lakken, schuren, plamuren

Als ik iemand ga interviewen ga ik er doorgaans naar toe met een lijst met vragen, gerangschikt zijn thema. Niet dat het gesprek altijd volgens die lijn verloopt, maar dan heb je een beetje houvast als het alle kanten opvliegt. Meestal heeft de geïnterviewde stokpaardjes die jij niet had kunnen verzinnen, daar moet je open voor staan. Vaak is de geïnterviewde heel breedsprakig over zijn stokpaardjes, en is het altijd de vraag of het wijs is daarin in te breken.

Afgelopen maandag ben ik te Antwerpen bij iemand die op vraag 1 al antwoordt: Daar geef ik geen antwoord op, en dat gaat door bij vraag 2 en 3. Hij dacht dat we zouden filosoferen over het effect van digitalisering op zijn vak, zegt hij. En dan praat hij anderhalf uur door. Snel. In tamelijk Vlaams. Welbespraakt. Intelligent. Erudiet. Ik pen me een ongeluk.

De volgende dag ter redactie vragen de collegae: Én? Was het wat? Mijn antwoord is steevast: Ik heb geen idee, ik ben sufgeluld, moet eerst de aantekeningen uitwerken. Dat weten we, zeggen ze, en dan wordt het heel leuk.

Normaal doe ik over het uitwerken twee uur, maar nu ben ik na twee uur typen nog niet eens halverwege mijn blaadjes aantekeningen! Het worden vijf uur typen. Het zijn meer dan 4000 woorden, allemaal interessant, die terug moeten naar 2400.

En dan moet je snedige vragen ertussen bedenken, zodat het lijkt dat al die erudiete antwoorden het gevolg zijn van mijn vragen. En wel vandaag, want ik ben al drie dagen over de deadline. Zo zit ik op de eerste warme avond van juni te typen. Printen. Strepen. Verwerken. Printen. Strepen. Verwerken. Printen etcetera. Lakken, schuren, plamuren. Lakken, schuren, plamuren.

Aan het eind van de avond stuur ik het naar de geïnterviewde. Ik denk dat hij het pas over twee dagen terugstuurt, rood van de wijzigingen, en weer twee keer zo lang,,,.

Geen opmerkingen: