zondag 5 oktober 2014

Gelezen: Emma Hooper

Mooi boek. Van een Canadees debutant: Emma Hooper. Etta, een licht verwarde vrouw van in de tachtig verlaat huis en haard op het Canadese platteland om de zee te zien, zoals ze op een briefje schrijft. Qua gegeven doet het een beetje denken aan De onwaarschijnlijke reis van Harolfd Fry van Rachel Joyce en De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson. Blijkbaar is het de tijd van romans over hoogbejaarde mensen, hun realiteit en hun geschiedenis. 

Dit Etta & Otto & Russell & James vind ik erg mooi. Het vertelt van de pelgrimage van Etta, die al gauw gezelschap krijgt van een coyote, een prairiewolf die ze James noemt, van haar man Otto die thuis achtergebleven de recepten gaat maken van de receptenkaarten die Etta achter heeft gelaten. En grote dierenbeelden gaat maken van papier maché. En buurman Russell die Etta gaat zoeken. En af en aan wordt de levensgeschiedenis van de drie uit de doeken gedaan. Jaren dertig met de crisis en jaren veertig waarin alle Canadese jongens en mannen naar Europa verdwenen om in gruwelijke omstandigheden te vechten en de meesten er het leven lieten.

Otto komt uit een gezin van 14, Etta uit een gezin van twee, Russell is een soort weeskind dat in het gezin van Otto opgenomen wordt. Etta komt in hun dorp als jong onderwijzeresje, die nauwelijks ouder is dan de grootste kinderen in de klas. Als Otto zich heeft laten ronselen om in Europa te dienen schrijven ze elkaar welke week brieven, die heel erg gecensureerd worden. Een keer komt Otto terug voor verlof, en dan beleven ze een geheime heftige liefde. Als Otto weer gaat vechten krijgt Etta wat met Russell. Die geschiedenis wordt tamelijk terloops in zijdelingse taferelen verteld. Je moet 't als lezer zelf maar een beetje destilleren. Wat er gebeurt als Otto gebroken uit de oorlog terugkeert mag je raden.

De dagen in het heden: de een met de uitputtende loop naar het Oosten, de ander met zijn uitdijende beeldentuin, de derde verdwijnt in zijn auto naar Noord Canada. De mens, eilanden, en toch verbonden. De mens, verbonden en toch een eiland.

Geen opmerkingen: