Terwijl buiten Koninginnedag woedt lees ik binnen Het land waar je nooit sterft, debuut van de Albanees-Franse schrijfster Ornela Vorpsi. Uitgegeven door Van Oorschot. Het boek kwam van de week op de redactie binnen samen met de nieuwe Vikram Seth. Maar Vikram Seth telt 1300 pagina's, die kan ik nog even niet aan - misschien is dat wat voor de vakantie.
De tekst zuigt je onmiddellijk het boek in. ‘Albanie is het land waar niemand ooit sterft. Gesterkt door uren durende maaltijden, gedrenkt in raki en ontsmet door de pepertjes in de onvermijdelijke, van de olie druipende olijven, bouwen lichamen hier zoveel weerstand op dat ze alle beproevingen kunnen doorstaan.' Albanie ken ik nauwelijks. Eigenlijk alleen als beeld, hoog, ongenaakbaar, dor, gesloten, vanaf de weelderigheid van Corfu dat er vlak tegenover ligt. Ik heb wat van Ismael Kadare gelezen. Maar dit komt veel dichterbij, zit veel dichter op de huid.
Ornela Vorpsi is 39 jaar, behalve schrijver ook fotograaf en videokunstenaar. Beeldschoon. Ze is geboren in 1968 in Tirana, in 1989 vertrokken naar Milaan en al vele jaren woonachtig in Parijs. Haar debuut doet een beetje denken aan Persepolis van Marjane Satrapi, Iraans tekenaar en filmmaker, ook woonachtig in Parijs, die ook een politiek en sociaal bizar systeem beschrijft vanuit de beleving van een intelligent nieuwsgierig klein meisje.
Hier is de verteller een opgewekt meisje dat een bizarre wereld ontdekt, waarin mannen of politieke gevangene zijn, zoals haar vader, of de hele dag in het café zitten. Vrouwen keuren hen geen blik waardig, maar lopen toch de hele dag te flaneren. Juwelen worden geruild voor de sprookjes van Grimm, partizanen worden als heiligen vereerd, en de willekeur van de partij wordt alleen nog overtroffen door het obsessieve denkbeeld van de volwassenen dat een mooi meisje een hoer is en een lelijk meisje geen.
Het land waar je nooit sterft is een schitterend, ontregelend boek. De opgewektheid van het meisje dat het allemaal niet begrijpt maar toch wel scherp aanvoelt staat in schril contrast met de werkelijkheid die je er als politiek enigszins bewuste volwassene achter vermoedt. Eerst dacht ik: een keuze van Chr. Hardy die sinds een paar maanden bij Van Oorschot werkt, maar dat is waarschijnlijk hogere invulkunde van me, want daarvoor werkt ze er nog te kort. Het boek is uit het Italiaans vertaald. Het is voor het eerst in Frankrijk verschenen. Daar is Vorpsi een bestseller en het is in tien landen vertaald.
Interview met Ornela Vorpsi
De tekst zuigt je onmiddellijk het boek in. ‘Albanie is het land waar niemand ooit sterft. Gesterkt door uren durende maaltijden, gedrenkt in raki en ontsmet door de pepertjes in de onvermijdelijke, van de olie druipende olijven, bouwen lichamen hier zoveel weerstand op dat ze alle beproevingen kunnen doorstaan.' Albanie ken ik nauwelijks. Eigenlijk alleen als beeld, hoog, ongenaakbaar, dor, gesloten, vanaf de weelderigheid van Corfu dat er vlak tegenover ligt. Ik heb wat van Ismael Kadare gelezen. Maar dit komt veel dichterbij, zit veel dichter op de huid.
Ornela Vorpsi is 39 jaar, behalve schrijver ook fotograaf en videokunstenaar. Beeldschoon. Ze is geboren in 1968 in Tirana, in 1989 vertrokken naar Milaan en al vele jaren woonachtig in Parijs. Haar debuut doet een beetje denken aan Persepolis van Marjane Satrapi, Iraans tekenaar en filmmaker, ook woonachtig in Parijs, die ook een politiek en sociaal bizar systeem beschrijft vanuit de beleving van een intelligent nieuwsgierig klein meisje.
Hier is de verteller een opgewekt meisje dat een bizarre wereld ontdekt, waarin mannen of politieke gevangene zijn, zoals haar vader, of de hele dag in het café zitten. Vrouwen keuren hen geen blik waardig, maar lopen toch de hele dag te flaneren. Juwelen worden geruild voor de sprookjes van Grimm, partizanen worden als heiligen vereerd, en de willekeur van de partij wordt alleen nog overtroffen door het obsessieve denkbeeld van de volwassenen dat een mooi meisje een hoer is en een lelijk meisje geen.
Het land waar je nooit sterft is een schitterend, ontregelend boek. De opgewektheid van het meisje dat het allemaal niet begrijpt maar toch wel scherp aanvoelt staat in schril contrast met de werkelijkheid die je er als politiek enigszins bewuste volwassene achter vermoedt. Eerst dacht ik: een keuze van Chr. Hardy die sinds een paar maanden bij Van Oorschot werkt, maar dat is waarschijnlijk hogere invulkunde van me, want daarvoor werkt ze er nog te kort. Het boek is uit het Italiaans vertaald. Het is voor het eerst in Frankrijk verschenen. Daar is Vorpsi een bestseller en het is in tien landen vertaald.
Interview met Ornela Vorpsi
Geen opmerkingen:
Een reactie posten