maandag 25 mei 2009

Onweder

Het is de dag van onverwachte weersomstandigheden. Tot nu toe heeft de zon van behoorlijk tot onbarmhartig geschenen, dus je denkt bij tekenen anderszins: het valt vast wel mee. Eerst gaan we toch met de skilift naar Hotel Vogel, hoewel de mevrouw van de Tourist Information waarschuwt dat er sneeuw ligt en er dus niet te wandelen valt. Daar stel je je dan op de een of andere manier bij al je onwetendheid verse sneeuw bij voor. En het sneeuwt toch niet? Fantastische ervaring trouwens, die skilift recht omhoog. Echt eng. Behalve dan dat er ook een bus luidconverserende Engelsen in de lift mee is. Maar Ga Weg! denken helpt niet. Het is boven warm, maar er ligt echt sneeuw. Het is oude sneeuw. Als je honderd meter wandelpad door oude sneeuw hebt afgelegd, denk je deemoedig: De mevrouw van de Tourist Information had gelijk. Terug.

Dan liggen we thuis een poosje op de strandstoelen op het terras te bakken in de zon. Ik lees Hotel World van Ali Smith (Penguin) (onbegrijpelijk maar prachtig boek, dank, Bijleveld!). Tegen het eind van de middag besluiten we naar het dorpje Srednja Vas te wandelen, waar een leuk zeer aanbevolen restaurant is. Srednja Vas ligt ca 5 km verderop in een volgend dal na Stara Fužina, maar we gaan een rondwandeling maken om de heuvel Rudnica heen. Het rommelt ter hoogte van de berg Triglav, en de lucht is ook niet echt fijn, maar we gaan toch. Het zal wel meevallen. Ik zet er flink de pas in. Zo-Gaat-Ie-Goed, Zo-Gaat-Ie-Beter, Alweer-Een-Kilometer.

Na een uur worden we op een prachtige Alpenwei overvallen door een enorme onweersbui. De bliksemschichten schieten horizontaal, verticaal en diagonaal door de lucht. Wat te doen? Dit heb ik een keer eerder meegemaakt, twintig jaar ofzo geleden, op een hoogvlakte te Toscane, toen de bliksemschichten om je hoofd schoten en je alle wijsheden die je als kind geleerd had moest afwegen. Toen zijn we in arren moede uiteindelijk maar in een greppel gaan liggen. Hier voel ik me eigenlijk alleen veilig op een bankje onder vier hoge naaldbomen. Maar dat is wel mooi het tegendeel van wat we ooit geleerd hebben, onder een boom gaan zitten. We schuilen een half uur en als het bliksemen afneemt gaan we het hele eind maar weer terug. Het stortregent. Tot op het bot doorweekt komen we terug, waar net de zon weer doorbreekt. Normaal ben je je dat niet zo bewust, maar wat zijn droge kleren een zegen!

Geen opmerkingen: