In mijn kapelletje ligt op de grond een dichtbundel die ik al bijna een jaar in huis heb en nog nooit gelezen: Wat ik zie kan ik niet zijn van Serge van Duijnhoven. Ondertitel: Een dichter opzoek naar de bronnen van het Groene Woud. Het is een 'Taoistisch werkje' waarin de auteur stem heeft proberen te geven aan het karakter van wat in de volksmond 'Het Groene Woud' is gaan heten. Dat is een natuurproject
dat dankzij de inzet van talloze burgers, boeren en politici weer ademruimte geeft
aan de natuur in het door en door geïndustrialiseerde Brabantse streeklandschap tussen Tilburg, Eindhoven en ‘s
Hertogenbosch.
De beschrijvingen, verhalen, gedichten, kruipen diep in de ziel. De foto's van L.J.A.D. Creyghton, die bijna allemaal in de avond of de nacht genomen lijken te zijn, benadrukken het mysterie.
Zweer af de prietpraat
Doof die te felle lamp in je hoofd. Zet de rust aan van buiten.
Hoor wat blijft fluisteren, bladeren, ademen in stilte.
Wat blijft koeren in duiven, kwaken in kikkers
bruisen van leven. Zweer af de prietpraat.
Laat varen de wind. Hoor de wijs van het leven.
Laat zijn wat wil wezen. Verwelkom wat gaat.
Wees langzaam. Door vogels gezongen.
Bereik wat je bent. Het priemende licht.
(Gedicht van Serge van Duijnhoven, uit de bundel Wat ik zie kan ik niet zijn, uitgeverij Pels en Kemper, 's-Hertogenbosch, 2011)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten