Rooie, Gele en ik gaan straks naar Utrecht. Ik heb dat de afgelopen weekenden inzake het invallen van de lente een beetje vermeden. Maar nu wil Bobby wel weer eens bij hem zijn.
Als ik bij hem ben, op zes hoog, wat ik heus fijn vind, zijn de visioenen aangaande twee kwijte katertjes nog veel groter dan op twee hoog aan mijn Amsterdamse dijk. Bij mij thuis zijn de zorgen trouwens over: Ze kunnen het balkon niet meer af. Bobby heeft echter geen privébalkon die afgehekt kan worden, maar een brede galerij, waar wel twintig flatwoningen aan liggen, plus twee keer een deur naar een halletje met elk twee liften en een trappenhuis.
Indertijd is mijn vorige kat Vespa hier vaak een beetje, maar tweemaal ernstig zoekgeraakt. Beide keren kostte het minstens 24 uur voor ik haar terugvond. Briefjes in de brievenbussen, plakaten in de lift... O! En áls ik haar dan teruggevonden had bleven er raadsels die niet opgelost werden. Kortom, er doet zich weer een nieuwe zorg voor, een nieuw Ongemak.
Ik weet nu al: dat wordt een ramp, maar niks doen is ook zo wat. Stel
dat de zon gaat schijnen, dan kunnen ze toch niet steeds binnen blijven!
Bij de dierenwinkel in de Javastraat haal ik twee tuigjes. Deze winkel is niet bijzonder goed geoutilleerd. Als we het over tuigjes hebben: ze heeft wel tuigjes, maar alleen rooie, zwarte en blauwe. Dat kán niet, zeg ik tegen de eigenares, ik moet een géle? Zeg nu zelf: de Géle kan toch niet een bláuw tuigje? Ze kijkt me verbijsterd aan, waar-heeft-die-vrouw-het-over?
Ik herinner me het gevecht om het halsbandje nog. Rooie heeft er twee weken over gedaan om het te accepteren. Waarschijnlijk wordt het weer zoiets. De vrouw adviseert me de dieren het tuigje om te doen terwijl ze eten. Anders lukt het waarschijnlijk niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten