'Nu wil ik wel weer eens een roman lezen over iemand als ik', riep ik nog van de week, toen ik Compassie van Stefan Enter uit had. En ik bedoelde: een vrouw van zekere leeftijd met een baan en vriendinnen en geen kind, en een beetje digitaal leven. En vandaag vind ik die, bij de boekhandel te Lochem: Liefde tussen 5 en 7, de nieuwe roman van Wanda Reisel.
Hoofdpersoon is een journaliste die er bij toeval achterkomt dat haar man - handchirurg - een vrouw en twee dochters in Amerika heeft, een tweeling van 15. Al zoveel jaren gaat hij elke maand een week naar Amerika, voor zijn werk, en nooit heeft ze er wat achter gezocht. Zij ontdekt het doordat ze bij toeval stuit op een Facebook-pagina van een van die dochters, met daarop een filmpje onverdraaglijk veel huiselijk geluk. De roman beschrijft wat er allemaal door haar heen gaat de eerste twee uur na de ontdekking.
Het is natuurlijk een nachtmerrie, de ontdekking, dat ze zo bedrogen is. Hoe kan het dat ze er niets van gemerkt heeft? Wanneer zijn die kinderen verwekt, waar was hij toen ze geboren werden? Zelf had ze altijd op het standpunt gestaan dat ze geen kinderen meer wilde, ze had een dochter, maar haar werk ging voor. Heeft ze ooit naar een kinderwens bij hem gevraagd?
Langzaam maar zeker pelt ze laagjes geheugen af en kan ze terughalen wanneer het gebeurd is. Ook onderzoekt zij bij zichzelf of zij zelf eigenlijk wel zo'n heilig boontje is, of dat zij zelf niet ook leugenachtig is bij tijd en wijle. En dat haar eigen dochter (geëmigreerd naar Montana, politieagente) haar meer niet wil zien, en zij haar dochter eigenlijk ook niet, wat daarvan te denken?
Na die twee uur zelfonderzoek zal hij zo thuis komen. Einde verhaal. Het blijft ongewis of ze hem met haar ontdekking gaat confronteren, of misschien ook wel niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten