Misschien moeten we het concept toch omgooien, denk ik terwijl ik op mijn eigen logeerbed naar muziek lig te luisteren. En moet ik toch een room of my own. Vooraf dacht ik dat het leuk zou zijn om een huis met vele kamers met uiteenlopende functies te hebben, naast de woonkamer ook een bibliotheek, een kapelletje annex logeerkamer, een kantoortje, een kluskamer, maar nu weet ik het niet meer.
Ik schijn ongeduldig te zijn. Dat kan kloppen, want het gaat mij ook niet snel genoeg. Maar ik kan zo weinig technisch. Ik zet geen Okea-kast in elkaar. Ik snap ook wel dat het niet sneller gaat dan het gaat: er is het leven en het werk, en er zijn mensen, en er komt steeds wat tussendoor dat eerst aandacht vraagt, zoals de zonnepanelen en nieuwe veiliger sloten op de buitendeuren. Maar toch.
Ik ben ineens niet meer mijn opgewekte zelf, ook omdat je samenwonende alsmaar tot compromissen moet komen. We blijken elkaars lampen niet zo mooi te vinden, om maar wat te noemen. Al die spullen die we de afgelopen jaren dat we op onszelf woonden vol begerig enthousiasme voor onszelf gekocht hebben, naar onze eigen smaak, vindt de ander vaak nèt niks aan. Au au. En nu mis ik het impulsief zelf beslissingen nemen.
Vandaag maken we een stuk van de kamer boven-vóór vrij, zodat ik het logeerbed kan neerzetten en alle heilige frutsels uit mijn kapelletje in de open kast kan neerzetten. De oude Ikeakast wordt tijdelijk in ere hersteld, zodat meer dozen uitgepakt kunnen worden.
Ik wil een iconostase, denk ik nu, op Lucie's wijze dan wel te verstaan. Misschien moet dat wat de Bibliotheek zou worden dan maar Bobby's kamer worden, en deze Panaromakamer mijn universum. Zodat we allebei ons karakteristieke zelf kunnen blijven en om die karakteristieke ander kunnen blijven glimlachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten