zaterdag 13 juni 2015

Lijden aan het leven

Je ziet het er niet aan af, maar ik heb zware tijden. Niet het eten, Bobby heeft een grote Salade Nicoise met veel boontjes gemaakt. Ik ben al twee dagen doodongelukkig.

Dat hoort bij vakantie, reageert Bobby begripvol, dat alles loskomt, en je hebt net de verhuizing achter de rug, je bent uit Amsterdam vertrokken, alles is letterlijk van zijn plek, je moet je plekje weer vinden, je routines, je moet weer aarden. En al dat begrip van hem vind ik ook weer verschrikkelijk.

Ik kan er niets aan doen, ik voel me diep diep diep diep ongelukkig, ondanks het stralende weer en het idyllische plaatje. Al heb ik vijf boeken gekocht en gelezen, twee tekeningen gemaakt, drie keer een lekker potje gekookt, mooie fietstochten gemaakt, kortom ik doe mijn best op een fijne vakantie, het blijft een stom huisje. Propvol lelijke dingen met als dieptepunt in de vensterbank drie forse kippen gemaakt op een cursus creatief-met-plastic-zakken. De gordijnen vallen spontaan uit de gordijnrails, de braadpan heeft een bolle bodem, de vuilnisbak (veel te klein voor de vuilniszak) hangt aan één oortje, de douche heeft geen douchegordijn en is na iedere douchebeurt kliedernat, de hor past niet in het raam, het echtelijk bed heeft twee matrassen, twee losse dekbedden en een brede spleet. Gromgrom.

Met de nieuwe buren te Zuilen voer ik vriendelijke e-mail-conversaties over de de Bangkirai-schuttingen die nu collectief ingekocht en geplaatst gaan worden. Ik heb gezegd dat we meebetalen. Niet meebetalen is ook zo wat. 7 identieke schuttingen om piepkleine stadstuintjes, je hebt er talloze cartoons van. Daar zit ik nu. Gromgrom. 

Natúúrlijk gaan we er een leuk tuintje van maken, met mooie planten en lei-bomen langs die schutting. En natúúrlijk is het huis over een paar maanden veel verder op orde en een droomhuis. Je bent te ongeduldig, zegt Bobby. Dat is ongetwijfeld zo. 

Als ik dagelijks naar het Nieuws kijk met al die stromen vluchtelingen die Europa in stromen dan schaam ik me dood voor mijn geëmmer.

Lijden aan het leven. Alle andere mensen zijn vrolijk en gelukkig, zeg ik. Daarbij vergeet ik even die miljoen mensen die antidepressiva slikken. Het hoort erbij. Hopelijk waait het gauw weer over.

Geen opmerkingen: