‘Wat kun jij goed zorgen’, prijst Marg mij. Ik glunder. Ja die kant van mij kent ze natuurlijk nauwelijks tot niet. Dat je geheel belangeloos het natje en het droogje voor de ander verzorgt, die uitgestrekt voor Pampus op de bank mag. Het is de stamppot spinazie met kerriekipjes en geroosterde amandelen geworden. Met die bami of nasi kwamen we er niet uit. Ik ga naar haar Jumbo om het te halen. Fijne winkels heeft ze, op slechts op 3 minuten lopen. Gaat ze daar nog wel komen?
Vandaag heeft ze een lentegroene gebloemde sjaal om haar hoofd. Haar haar begint nu in grote dotten uit te vallen, vertelt ze. Ik vraag maar niet of ik het mag zien. Belangstelling heeft zijn grenzen. Af en toe gaat de telefoon. Nee nu komt niet zo goed uit, zegt ze dan. Er staat een verre achterneef aan de deur met een kerststukje. Er wordt geappt. Zal ik langskomen? Nee nu maar niet, appt ze terug. Ziek zijn is echt een dagtaak.
De mantelzorg in de ochtend is voorlopig afgeblazen. Buurtzorg-zuster Pieternel komt elke ochtend bij/met haar de dag opstarten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten