Ik ben het helemaal zat, dat hoesten en snuiten, in bed liggen, en piepend praten zonder geluid. Hani501 belt nog, hoe het is, maar ik kan alleen maar luisteren, vertellen gaat niet. Zij gaat naar het Groninger Museum, vertelt ze. Naar die tentoonstelling over Gouda? piep ik. Nee, daar weet ze niets van. Zij gaat naar een tentoonstelling over glas.
De musea van Gouda en Groningen hebben momenteel een uitruil van collecties. Dat spreekt mij bijzonder aan omdat ik Groningen erg leuk maar ook best ver vind om even naar toe af te reizen. Voor mijn wekelijkse museumrubriek vind ik een uur reizen eigenlijk wel voldoende. En dan kom je niet in Groningen uit. Daarom ook is Hani501 nu de Correspondent Noord-Nederland. Enfin, het leek mij leuk als zij over de collectie uit Gouda in Groningen zou schrijven en ik over de collectie uit Groningen in Gouda. Vice Versa. Niet getreurd, alleen Groningen in Gouda is ook genoeg. Dat ga ik dus nu maar doen.
De tentoonstelling heet ‘Van Gauguin tot Toorop. Groninger Museum te gast’ in Museum Gouda en laat een verzameling Franse en Nederlandse schilderijen uit de 19e en 20e eeuw zien. De collectie is opgebouwd door steenfabrikant, architect en kunstliefhebber Reurt Jan Veendorp (1905-1983). De natuur was leidend in de keuzes die hij maakte.
Het is een prachtige tentoonstelling, redelijk wat bekende namen, maar minder bekend werk. Van Gauguin hangt er maar één klein onbekend werkje ‘De kerk van Vaugirard’ dat nauwelijks als een Gauguin herkenbaar is, en van Charley Toorop twee stillevens, met appels en flessen, die ook niet haar meest belangrijke werken zijn. Het affiche van de tentoonstelling toont een detail van een schilderij van Odile Redon, dat op de tentoonstelling zelf een beetje onopvallend in een hoekje hangt. De inhoud en de marketing.
Voor mij springen de schilderijen van Floris Verster er uit. Nooit van gehoord. Hij was een Leidse schilder, indertijd bevriend met collega schilders George Hendrik Breitner en Jan Toorop. Vooral het schilderij ‘Anemonen met bladeren’ (1889) blijft hangen, dat het centrum vormt van een wand met natuurstillevens, dat je tegemoet knalt. Reurt Jan was een groot bewonderaar van Verster, er hangen van hem dan ook wel acht werken. Erg mooi.
Wie ook opvalt is Willem Bastiaan Tholen (mij ook niet bekend, hij is een late vertegenwoordiger van de Haagse School) met prachtige subtiele grijze waterlandschappen, waarvan ‘Dukdalf’ (1919) het meest blijft hangen.
In de zaal met moderne kunst ook veel kunstenaars die gespecialiseerd zijn in lege verstilde landschappen, zoals van Jan Voerman en Dirk Nijland. Het IJssellandschap van Voerman is zo mooi lieflijk en verstild dat hedendaagse beelden van wegen en bruggen en bebouwing eromheen zich onwillekeurig omhoog duwen. Wat is er met Nederland gebeurd?
Deze collectie is ook in het Groninger Museum zelf niet zo vaak te bezichtigen en wordt - zo suggereert een artikel uit 2012 - misschien pas uit de kast getrokken op momenten dat het museum wat krap bij kas zit. Wat de auteur van dat stuk doet verzuchten dat je bijna zou wensen dat musea wat vaker krap bij kas zitten.
Mooi dat ik gehoor heb gegeven aan de oproep om Groninger collectie in Gouda te bekijken. Museum Gouda is altijd verrassend. Je verdwaalt er erg gauw, hun plattegrond is niet gecheckt bij bezoekers. Maar niet getreurd, maar als je geen haast hebt kom je er altijd wel weer uit. Vandaag waren er diverse klasjes met kleuters die naar de Kamer van Sinterklaas gingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten