vrijdag 20 februari 2009

'Die minne es al'

Há! In het kader van de Middeleeuwse literatuur tipt Luigi Hadewych. Inderdaad, Hadewych vind ik ook prachtig. Voor wie haar niet kent: zij was dichteres en mystica, geboren in Brabant in de dertiende eeuw. Zij leidde een genootschap godvruchtige vrouwen (begijnen) in de omgeving van Brussel.

Hadewych heeft velen geïnspireerd. Zo componeerde Louis Andriessen in 1988 een 'theatraal vierluik' getiteld De Materie, waarvan het tweede deel Hadewijch heet en geïnspireerd is door haar zevende visioen. Andriessen schreef in zijn bundel Gestolen tijd: ‘Het is wonderlijk dat iedereen wel van Hildegard von Bingen gehoord heeft. Als ik over Hadewijch spreek zeg ik nu dat zij een soort Hildegard von Bingen is. Maar er zit wel honderd jaar tussen. En hoewel de tijd langzaam ging in de Middeleeuwen moet honderd jaar moet enig verschil gemaakt hebben. Er zijn geen aanwijzingen dat Hadewijch iets van Hildegard geweten heeft. Liever vergelijk ik Hadewijch met een toubadour, een trouvère, een Minnesänger'.

Een stukje om te proeven:

Minne
Dat suetste van minnen sijn hare storme;
Haer diepste afgront es haer scoenste vorme;
In haer verdolen dats na gheraken;

Om haer verhongheren dats voeden ende smaken;
Hare mestroest es seker wesen;
Hare seerste wonden es al ghenesen (...)

Minneliederen van Hadewych

Geen opmerkingen: